Maatschappijleer|Hoofdstuk 5 Media| Paragraaf 5.3 & 5.4

5.1 & 5.2 Communicatie/verschillende soorten media
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.1 & 5.2 Communicatie/verschillende soorten media

Slide 1 - Woordweb

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.3 Nieuws & 5.4 De invloed van de media

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet jij waar de journalisten opletten bij het maken van nieuws.
  • Aan het einde van de les weet jij waar het nieuws vandaan komt. 
  • Aan het einde van de  les weet jij wat objectief en subjectief betekent. 
  • Aan het einde van de les weet jij wat nepnieuws is. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar komt het nieuws vandaan?
  • Journalisten maken het nieuws. 
  • Zoeken zelf naar nieuws(evt. tips/houden van interviews)
  • Kijken naar berichten van personen of organisaties
  • Overnemen van andere journalisten of media.(evt. persbureaus) 
Persbureaus- bedrijven waar journalisten nieuws uit binnen- en buitenland verzamelen. 

Slide 4 - Tekstslide

Eisen van nieuws
Journalisten beoordelen berichten aan de hand van: 
  • Actuele gebeurtenis?
  • Bijzondere gebeurtenis?
  • Belangrijke of bekende personen? 
  • Gebeurtenis dichtbij of ver weg?
  • Gebeurtenis interessant voor de doelgroep?
  • Gebeurtenis interessant voor de samenleving?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Klopt het nieuws?
Goede journalisten houden zich aan afspraken om ervoor te zorgen dat informatie klopt: 
  • Alle informatie wordt gecontroleerd
  • Hoor en wederhoor: alle partijen worden aan het woord gelaten
  • Eigen mening niet blijken
  • Vermelden van bronnen

Slide 7 - Tekstslide

Objectief en subjectief
  • Objectief- hoe iets werkelijk is(gebeurd)
  • Subjectief- hoe iemand ergens over denkt(mening) 

Slide 8 - Tekstslide

Nepnieuws
Nieuws klopt niet altijd. 
  • Per ongeluk nieuws gepubliceerd(niet alle feiten kennen)
  • Nieuws met opzet verkeerd gebracht (nepnieuws) 

Nepnieuws- verzonnen informatie die verspreid wordt om winst te maken of om de mening van mensen te beïnvloeden. 

Slide 9 - Tekstslide

Wie maakt het nieuws en waar komt nieuws vandaan?

Slide 10 - Open vraag

Aan welke afspraken houden goede journalisten zich aan, om ervoor te zorgen dat informatie klopt?

Slide 11 - Open vraag

Als nieuws niet klopt, is dit altijd met opzet?

Slide 12 - Open vraag

Wat is objectiviteit?
A
Hoe iets werkelijk is
B
Hoe iemand ergens over denkt

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk
Maken: hoofdstuk 5, paragraaf 5.3, opdracht 1 t/m 11, blz. 88 t/m 90. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.3 Nieuws & 5.4 De invloed van de media

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet jij wat persvrijheid is.
  • Aan het einde van de les weet jij wat vrijheid van meningsuiting is. 
  • Aan het einde van de les weet jij wat indoctrinatie is.
  • Aan het einde van de les weet jij welke maatschappelijke functies de media heeft.
  • Aan het einde van de les weet jij wat beeldvorming, selectieve waarneming en filterbubbel zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Vrijheid
Nederland:
Persvrijheid- vrijheid van journalisten om bijna alle berichten te kunnen plaatsen, zonder verhinderingen. 
Vrijheid van meningsuiting- iedereen mag op televisie, radio en internet mening geven.
Dictatuurland
Censuur- expres weglaten of veranderen van informatie
Mening van mensen beïnvloeden.
Indoctrinatie- constant opdringen van een bepaalde mening.

Slide 17 - Tekstslide

Niet alles mag je doen/zeggen!
Er zijn regels bij het gebruik van media: 
  • Niet discrimineren
  • Niet beledigen
  • Niet opzettelijk liegen
  • Niet haatzaaien

Slide 18 - Tekstslide

Maatschappelijke functie van media
Betrouwbare media= belangrijk voor samenleving & democratie
Maatschappelijke functie van media bestaat uit drie delen: 
  • Informatieve functie: goed geïnformeerd worden over wat er in de samenleving gebeurt
  • Controle- of waakhondfunctie: media controleert politici. 
  • Socialiserende functie: waarden & normen overbrengen die we als als samenleving belangrijk vinden. 

Slide 19 - Tekstslide

Beeldvorming
Op een bepaalde manier naar situaties kijken. 
  • Beeldvorming- je vormt je steeds een beeld van iets, iemand of situatie. 
  • Hoeft niet altijd de waarheid te zijn.
  • Informatie die compleet is, is betrouwbaarder.



https://schooltv.nl/video/beeldvorming-hoe-ontstaat-beeldvorming-in-de-pers/#q=media

Slide 20 - Tekstslide

Selectieve waarneming
Je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen
  • Informatie die overeenkomt met het beeld dat je al had
  • Veel mensen kiezen voor media die vaak past bij de beeldvorming die je al had.

Slide 21 - Tekstslide

Filterbubbel
  • Zoekmachines en sociale media zorgen voor informatie die speciaal voor jou is. (Eerdere online zoekgedrag)
  • Informatie die bevestiging geeft in je eigen mening
  • Lastiger om andere meningen te horen en te lezen. 

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Maken:  paragraaf 5.4, opdracht 1 t/m 13, blz. 92 t/m 94. 

Slide 23 - Tekstslide