week 13 - introductie módulo 3

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Toets bespreken
  • nieuwe module
  • familie
  • werkwoorden ser/tener/llamarse
Miércoles, 27 de marzo
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Toets bespreken
  • nieuwe module
  • familie
  • werkwoorden ser/tener/llamarse
Miércoles, 27 de marzo

Slide 1 - Tekstslide

Toets bespreken
Toetsweek 2

Slide 2 - Tekstslide

Deberes
Huiswerk voor woensdag 3 april:
  • Maak uit je module pág. 15 en 16 ej. A, B,C
  • leren tarea 1.1 - de familienamen en de werkwoorden ser, tener en llamarse


Slide 3 - Tekstslide

Tiny house
1e prijs.....

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Mi familia
Module 3 vind je in teams, sites
Open de module 
en sla op in je mapje Spaans. 

Module 3

Slide 6 - Tekstslide

Aan het einde van deze les
  • Ken ik de namen van familieleden
in het Spaans.
  • Ken ik de vervoeging van ser, tener
en llamarse.

LEERDOELEN
Les door Babs

Slide 7 - Tekstslide

Introducción
  • Libro de alumno pág 54: leemos el texto.
  • Rellena la lista de vocabulario.
  • Haz el ejercicio 2
leerdoel: familieleden
Módulo pág. 13, 14

Slide 8 - Tekstslide

familieleden
  • el padre + la madre = los padres
(de vader + de moeder = de ouders)
  • el hermano + la hermana = los hermanos
(de broer + de zus = de broers en zussen)
  • el nieto = la nieta = los nietos
(de kleinzoon + de kleindochter = de kleinkinderen)

Slide 9 - Tekstslide

¿sabías que...?
In Spanje heeft iedereen 2 achternamen.
De dochter van Pedro Sánchez Rodriquez en Carmen Martínez Ordúñez heet:
Lucía Sánchez Martínez

Slide 10 - Tekstslide

Los verbos
  • LA: pág. 48 ej. 1
  • Module pág. 17 tarea 1.3: neem het 
schema over en vul het verder in.
leerdoel: ser/tener/llamarse
Módulo pág. 17

Slide 11 - Tekstslide

uitwerking
ser
soy
eres
es
somos
sois
son
tener
tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen
llamarse
me llamo
te llamas
se llama
nos llamamos
os llamáis
se llaman

Slide 12 - Tekstslide




Haz de tu módulo pág. 18 ej. A, B, C

Slide 13 - Tekstslide

uitwerking
A.
1. tienes
2. tengo
3. tiene
4. tenemos
5. tienen
6. tenéis
7. tiene
B.
1. se llama
2. se llama
3. se llaman
4. te llamas
5. me llamo
6. nos llamamos

C.
1. eres
2. soy
3. son
4. sois
5. somos
6. es
LEERDOEL: WERKWOORDEN

Slide 14 - Tekstslide