In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
a(b + c) = ab + ac
(a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd
Formule die een rechte lijn als grafiek heeft
heeft de vorm y = ax + b
in tabel komt er een hoeveelheid a bij wanneer x met 1 toeneemt
met behulp van grafieken van de lineaire formules
In dit assenstelsel kun je het
snijpunt van de grafieken niet zien
Je kunt dit vinden door een vergelijking op te stellen:
x + 4 = 1,2x + 2 en deze op te lossen. Je vindt dan de x waarde van het snijpunt.
In het assenstelsel staan
twee grafieken. Je kunt nu
makkelijk zien wanneer de twee
formules aan elkaar gelijk zijn.
Het snijpunt van de twee grafieken is (4, 8)
Stel oplossing van vergelijking is x = 2,5 en één van de formules is y = 8x - 4 dan kun je (de coördinaten van) het snijpunt vinden:
y = 8 x 2,5 - 4 = 20 - 4 = 16
Snijpunt van de twee lijnen is dan (2,5 ; 16)
gebruik de balansmethode en/of de bordjesmethode
balansmethode: links en rechts van het =-teken voer je hetzelfde uit
bordjesmethode: leg een bordje op het onbekende getal en bereken wat er moet staan
Bij het oplossen van een lineaire vergelijking vind je een oplossing als x = 10
Dit is de x-waarde waarbij de twee formules dezelfde uitkomst hebben
Om het snijpunt te bepalen (ook wel omslagpunt genoemd) vul je de gevonden x-waarde in in één van de formules