In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Hoe je een lineaire vergelijking maakt
Hoe je een lineaire vergelijking oplost
Formule die een rechte lijn als grafiek heeft
heeft de vorm y = ax + b
in tabel komt er een hoeveelheid a bij wanneer x met 1 toeneemt
met behulp van grafieken van de lineaire formules
In het assenstelsel staan
twee grafieken. Je kunt nu
makkelijk zien wanneer de twee
formules aan elkaar gelijk zijn.
Het snijpunt van de twee grafieken is (4, 8)
In dit assenstelsel kun je het
snijpunt van de grafieken niet zien
Je kunt dit vinden door een vergelijking op te stellen:
x + 4 = 1,2x + 2 en deze op te lossen. Je vindt dan de x waarde van het snijpunt.
gebruik de balansmethode en/of de bordjesmethode
balansmethode: links en rechts van het =-teken voer je hetzelfde uit
bordjesmethode: leg een bordje op het onbekende getal en bereken wat er moet staan
x + 4 = 1,2x + 2
links en rechts -4 levert de vergelijking
x = 1,2x - 2
links en rechts -1,2x levert
-0,2x = -2
links en rechts x -5
x = 10
Bij het oplossen van een lineaire vergelijking vind je een oplossing als x = 10
Dit is de x-waarde waarbij de twee formules dezelfde uitkomst hebben
Om het snijpunt te bepalen (ook wel omslagpunt genoemd) vul je de gevonden x-waarde in in één van de formules
Stel oplossing van vergelijking is x = 2,5 en één van de formules is y = 8x - 4 dan kun je (de coördinaten van) het snijpunt vinden:
y = 8 x 2,5 - 4 = 20 - 4 = 16
Snijpunt van de twee lijnen is dan (2,5 ; 16)