Verba met vaste preposities1_HT

verba met vaste preposities
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHoger onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

verba met vaste preposities

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb een hekel aan ...

Slide 2 - Woordweb

Gefeliciteerd met ...
Ik wens je geluk met ...

Slide 3 - Woordweb

Iemand die arm is, heeft een gebrek aan ...

Slide 4 - Open vraag

Ik ben gek op ...
= Ik ben dol op ...

Slide 5 - Woordweb

Ik zou beter willen zijn in ...

Slide 6 - Woordweb

We hebben last ___ straatlawaai
A
van
B
in
C
aan
D
over

Slide 7 - Quizvraag

Ik hou van ...

Slide 8 - Woordweb

Mijn kind is bang ___ spinnen
A
van
B
aan
C
over
D
bij

Slide 9 - Quizvraag

Ik wil je bedanken ___ het mooie geschenk!
A
van
B
voor
C
over
D
bij

Slide 10 - Quizvraag

Hij heeft spijt ___ de aankoop van die auto.
A
voor
B
over
C
van
D
met

Slide 11 - Quizvraag

Heb jij gesolliciteerd ___ die job van bediende?
A
over
B
van
C
naar
D
aan

Slide 12 - Quizvraag

De kinderen spelen ___ elkaar
A
van
B
over
C
voor
D
met

Slide 13 - Quizvraag

Doe jij ___ sport?
A
aan
B
met
C
van
D
in

Slide 14 - Quizvraag

Ik ben (erg) goed in ...

Slide 15 - Woordweb

Zij luisteren goed ____ de leerkracht
A
aan
B
naar
C
van
D
met

Slide 16 - Quizvraag

Ik geef veel geld uit aan ...

Slide 17 - Woordweb

Twijfel jij soms ___ jezelf?
A
over
B
van
C
aan
D
met

Slide 18 - Quizvraag

De man zorgt ___ zijn zieke vrouw
A
voor
B
bij
C
met
D
aan

Slide 19 - Quizvraag