1.3 Weet wat je nodig hebt!

Vandaag:
Paragraaf 1.2 nakijken
Theorie 1.3
Aan de slag.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:
Paragraaf 1.2 nakijken
Theorie 1.3
Aan de slag.

Slide 1 - Tekstslide

Wat leren we?
- Wat voor behoeften je kunt hebben
- waardoor mensen verschillende behoeften hebben
- wat het verschil is tussen goederen en diensten
- hoe je in je behoeften kunt voorzien
- hoe je met procenten een getal kunt berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Behoeften
- Primaire behoeften

- Secundaire behoeften

Slide 3 - Tekstslide

= Primaire behoeften

Slide 4 - Tekstslide

Secundaire behoeften

= Dingen die niet noodzakelijk zijn om te kunnen leven:

  • Sieraden
  • Vakantie
  • Film in de bioscoop
  • Telefoon
  • enz.

Slide 5 - Tekstslide

Goederen en diensten

Slide 6 - Tekstslide

verschillende behoeften

Slide 7 - Woordweb

Verschil in behoeften door:

  • situatie waarin je zit
  • leeftijd 
  • geslacht
  • budget
(= Het geld waarover je kunt beschikken)

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag:
Blz 20
Opdracht 1 t/m 10

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Een getal berekenen met procenten
te berekenen getal = percentage : 100 x totaal
Van de 120 leerlingen doet 65% examen in economie
Hoeveel leerlingen zijn dat? 
  1.  Maak van de vraag een som 65% van 120 = ...
  2. Maak een decimaal getal 65 : 100 = 0,65
  3. Vermenigvuldig het decimaal met het totaal 0,65 x 120 = 78



Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met procenten
Met verhoudingstabellen 7,5% van 140 euro:

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag:

Blz 25

Opdracht 11 t/m 19

Slide 15 - Tekstslide

Vergelijkend warenonderzoek
  • Test tussen dezelfde producten, van een verschillend merken
  • Vergelijkt kenmerken van het product op:                       
     prijs, kwaliteit en gebruiksgemak.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Welk koek smaakt het lekkerst?
Vergelijkend warenonderzoek:
onafhankelijk onderzoek waarbij gelijksoortige producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken

Slide 19 - Tekstslide

Wetten helpen de consument
Deugdelijk product:
- Producten die een redelijke tijd meegaan 
- Product kapot? Winkel moet naar een goede oplossing zoeken
- Voorbeelden: reparatie, omruilen of geld terug 

Voedsel:
- Warenwet 
- Voedsel mag niet schadelijk zijn voor onze gezondheid 
- De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
C
DEZELFDE MERKEN
D
VERSCHILLENDE DIENSTEN

Slide 22 - Quizvraag

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK MAAKT RECLAME VOOR EEN PRODUCT
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 23 - Quizvraag

Je telefoon gaat naar 3 jaar kapot. Is de telefoon een deugdelijk product?
A
Ja, want...
B
Nee, want....

Slide 24 - Quizvraag

Vandaag af:
Heel paragraaf 1.3 blz 20 ( 36 t/m 51 )
- Herhalingsopdracht blz 40 + 41 ( 1.1 + 1.2 )

Slide 25 - Tekstslide