de invloed van de media

De invloed van de media 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De invloed van de media 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

MEDIA
B
E
E
L
D
V
O
R
M
I
N
G
Media
ons zelf

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld:



- In Europa is er altijd veel negatieve berichtgeving over Palestina 

-Israël is een welvarend, modern land aan het worden. In tegenstelling tot Palestina. 

-Zij blijven maar vechten voor hun grond/land
= beeldvorming door media + selectieve waarneming

Slide 4 - Tekstslide

Selectieve waarneming
  • = Je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen.
  • Als je informatie krijgt, geloof je dat sneller als het overeenkomt met het beeld dat je al had over dat onderwerp.
  • Mensen kiezen voor media die info geven die vaak goed past bij de beeldvorming die je al had.

Slide 5 - Tekstslide

Media heeft ook een maatschappelijke functie: 
1. Informatieve functie 
2. Controle of waakhond functie
3. socialiserende functie

Slide 6 - Tekstslide

Waakhond Functie

Slide 7 - Tekstslide

socialiserende functie
  1. socialiserende functie: media brengen waarden en normen over die we als samenleving belangrijk vinden. Dit kan bijdragen aan meer sociale cohesie.
  • sociale cohesie = het gevoel dat mensen bij elkaar horen

Slide 8 - Tekstslide

Persvrijheid

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Maken paragraaf 4
Blz. 92, 93 en 94

Na 10 minuten gaan we paragraaf 2 nakijken. 
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

-Wat is beeldvorming?
- Wat is de waakhond functie
-wat is de informerende functie?
-wat is de socialiserende functie?


Slide 13 - Tekstslide

3. - Sommige oudere mensen hebben geen computer.
- Een krant kun je overal lezen.
- Veel mensen vinden van papier lezen prettiger dan van een beeldscherm.
- In een krant wordt het nieuws uitgebreider behandeld.
4. a. Een doelgroep is een groep mensen met dezelfde kenmerken en belangstelling (interesses).
b. Jongeren, hardrockliefhebbers, voetbalfans, moslims, Groningers, enzovoort.


Slide 14 - Tekstslide

5. Overeenkomsten: ze verschijnen dagelijks en bevatten nieuws.
Verschillen: populaire kranten richten zich meer op sensationeel nieuws, een kwaliteitskrant besteedt meer aandacht aan achtergrondinformatie.
6. - Een tijdschrift heeft minder medewerkers, dus zijn er minder vaste kosten.
- Een tijdschrift is duurder dan een krant. De makers verdienen er per verkocht exemplaar dus meer aan.
- Een tijdschrift heeft verhoudingsgewijs veel meer advertenties dan een krant. Die advertenties leveren geld op


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 9

Slide 16 - Tekstslide

1. Yoga Magazine: vooral vrouwen, 25-55 jaar.
2. Computer Idee: computergebruikers, 16-80 jaar.
3. TINA: meisjes, 10-14 jaar.
4. Men’s Health: mannen, 16-40 jaar.
5. Vriendin: vrouwen, 30+.

Slide 17 - Tekstslide

B Commerciële zenders willen winst maken, publieke omroepen besteden hun hele budget aan het maken van programma’s.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 12 en 13
12 Logo 3 hoort er niet bij omdat RTL 4 een commerciële zender is, de andere drie zijn publieke omroepen.
Logo 2 hoort er niet bij omdat BNNVARA zich vooral richt op de doelgroep jongeren, de andere drie hebben een veel bredere doelgroep, namelijk jong en oud.
Logo 4 hoort er niet bij omdat MAX zich vooral richt op de doelgroep ouderen, de andere drie hebben een veel bredere doelgroep.
13 A De meest bekeken zender is NPO 1 en dat is een PUBLIEKE omroep.
B Hoge kijkcijfers trekken adverteerders. Van die inkomsten moeten commerciële omroepen het hebben, want zij krijgen geen subsidie.
C Sportuitzendingen worden altijd heel goed bekeken. In een top tien van kijkcijfers staan vaak alleen maar sportwedstrijden. Een top tien zonder sport geeft dus een beeld van de ‘normale’ populairste programma’s.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video