1. Je weet en kunt uitleggen wat redenen zijn voor mensen om te sporten.
Je kunt voorbeelden noemen.
2. Je weet en kunt uitleggen wat het verschil is tussen een individuele- en een teamsport.
Je kunt voorbeelden noemen.
3. Je weet en kunt uitleggen wat tactiek is en hoe je sportief samen sport.
4. Je weet en kunt uitleggen wat lichamelijke eigenschappen zijn die belangrijk zijn bij het kiezen van een sport.
5. Je weet en kunt uitleggen wat karakter eigenschappen zijn die belangrijk zijn bij het kiezen
van een sport.