In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.2 Hoe wordt je beïnvloed?
Economie
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Leerdoelen vorige les
Huiswerk bespreken
Leerdoelen deze les
Uitleg 1.2
Aan de slag
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel vorige les
Je leert hoe je met een percentage een getal kunt uitrekenen.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
- Hoe bedrijven proberen je meer te laten kopen.
- Welke verschillende soorten reclame je kunt onderscheiden.
- Dat bedrijven zich bij de verkoop op bepaalde groepen richt.
- Wat voor merken er zijn.
- Hoe je een percentage kunt berekenen.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe besteed jij je geld?
Bestedingen: De uitgaven aan goederen en diensten zijn bestedingen.
Marketinginstrumenten (6 P´s) ofwel de marketingmix:
- Prijs
- Product
- Plaats
- Promotie
- Personeel
- Prestatie
Slide 6 - Tekstslide
Reclame heeft een doel
Commerciële reclame: Er wordt aandacht gevraagd voor een product of boodschap. Door winkeliers of fabrikant. Erop gericht om geld te verdienen.
Informatieve reclame: Met als doel om informatie te geven over de eigenschappen en de prijs van een product.
Merkreclame: Met als doel de merknaam beter te laten onthouden.
Ideële reclame: Die heeft als doel dat mensen gaan nadenken over maatschappelijke thema´s en hun gedrag.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Doelgroep
Bij marketing moet je bepalen voor wie een product of een boodschap bedoeld is. Dit noem je een doelgroep. Voor veel bedrijven zijn jongeren een belangrijke doelgroep.
- Jongeren hebben vaak veel geld te besteden.
- Jongeren hebben thuis invloed op wat er gekocht wordt.
- Als ze eenmaal klant zijn, blijven ze in de toekomst ook vaak klant.
Slide 9 - Tekstslide
A-merk
A-merk= een fabrieksmerk met grote naamsbekensheid
Duur
Naamsbekendheid
Overal te koop
Veel reclame (landelijk/wereldwijd)
Vaak op ooghoogte
Voorbeeld:
Slide 10 - Tekstslide
B-merk
B-merk=heeft niet alle eigenschappen van een a-merk