,

"Gewrichten" (BB project techniek) 3/2024

Gewrichten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gewrichten

Slide 1 - Tekstslide

Project "het lichaam"
We gaan onderzoek doen naar verschillende:
  • Gewrichten
  • Hoe zitten ze in elkaar?
  • Waar hebben we ze voor nodig?

Je krijgt informatie via tekst, filmpjes en een quiz.


 

Slide 2 - Tekstslide

  • Gewrichten zorgen ervoor dat de botten kunnen bewegen. 
  • De diverse gewrichten hebben verschillende vormen, zodat ze op verschillende manieren kunnen bewegen.
  • Ook al is het skelet super sterk, toch kan het dankzij de gewrichten in bijna elke richting buigen en bewegen
  • Je botten komen samen in gewrichten, dit zijn slimme machientjes waarmee je lichaam kan buigen.

Bewegende delen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kogelgewrichten
Kogelgewricht
  • Je heup- en schoudergewrichten zijn de meest flexibele gewrichten.
  • Het zijn kogelgewrichten die ervoor zorgen dat je je armen en benen in verschillende richtingen kunt bewegen.

Slide 5 - Tekstslide

Kogelgewricht
Dit is een röntgenfoto van de schouder

Slide 6 - Tekstslide

Ellipsvormig (ei) gewricht
  • Ellipsvormig gewricht: lijkt op het kogelgewricht, maar de kogel is niet rond maar ellipsvormig.
  •  Hierdoor kan het gewricht maar twee kanten op bewegen, zoals bij je polsgewricht.

Slide 7 - Tekstslide

Scharniergewricht
  • Een scharniergewricht kan in één beweging heen en weer     bewegen. 
  • Denk aan een deur die open en dicht gaat.
  • Knieën en vingers hebben een scharniergewricht. Die kan je alleen buigen en rechttrekken.
  • Een scharniergewricht kan in één beweging heen en weer bewegen.
  • Denk aan een deur die open en dicht gaat.
  • De scharniergewrichten in je vingers, ellebogen, enkels en tenen kunnen maar in twee richtingen bewegen.
Scharniergewricht

Slide 8 - Tekstslide

Schaniergewricht
Tussen de vingerkootjes zit een scharniergewricht. Daarbij beweegt het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot. Je kunt alleen een beweging heen en terug maken.
Een knie

Slide 9 - Tekstslide

Ga staan en beweeg.
Welke gewrichten gebruik je nu?

Slide 10 - Open vraag

De nek is ook een rolgewricht. Een bot in de bovenste wervel van de ruggengraat loopt
 
 
  • De nek is een draai gewricht.
  • Het bot in de bovenste wervel van de ruggengraat loopt hier door een gat aan de onderkant van de schedel.
  • Het draaigewicht in je nek zorgt ervoor dat je hoofd naar links en recht kan draaien.

Slide 11 - Tekstslide

  •  Het rolgewricht is een derde type gewricht. Hierbij is het mogelijk dat de twee botten waartussen het gewricht zit, over elkaar rollen. Er is slecht een draaiing in een richting mogelijk. Bij het spaakbeen en de ellepijp is dit het geval. Door het rolgewricht rollen deze twee beenderen over elkaar en daardoor kunnen de handen draaien.


Rol gewricht
  • Dit zijn je ellepijp en je spaakbeen.
  • Deze botten kunnen maar in één richting draaien.
  • Door het rolgewricht rollen deze twee beenderen over elkaar en daardoor kan je je handen draaien.

Slide 12 - Tekstslide

Zadelgewricht
  • Het gewicht aan de muis van je duim is een zadelgewricht.
  • Daarin passen twee zadelvormige botten in elkaar.
  • Ze kunnen van voren naar achteren en van links naar rechts bewegen.

Zadelgewricht

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Je voet bestaat uit 26 beentjes
Je skelet uit meer dan 200 botten bestaat
je huid zo'n 2.500.000
zweetklieren heeft, die constant zweet afscheiden
Harige huid
Vrouwen net zoveel haar op hun lichaam hebben als mannen?
De huidhaartjes van mannen zijn alleen vaak langer en dikker

Als je buiten adem bent, krijg je 15 keer meer lucht binnen dan normaal
Je hart ongeveer zo groot is als je gebalde vuist. Het groeit mee als je groter wordt.
Een klein drupje bloed bevat al zo'n 5 miljoen rode bloedcellen
Elke minuut wordt ongeveer een kwart van je bloed gefilterd door de nieren.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zet de gewrichten op de goede plek?

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe noem je alle botten van je lichaam?
A
Wervelkolom
B
Skelet
C
Bloedvaten
D
Gewrichten

Slide 18 - Quizvraag

Welk gewricht vind je terug in je tenen?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 19 - Quizvraag

Het wervelkolom zorgt ervoor dat we rechtop kunnen staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar zorgt een gewricht voor?
A
Stevigheid
B
Beweging
C
Dat we heel blijven
D
Bescherming

Slide 21 - Quizvraag

Je lichaam beweegt door spieren en botten, maar hoe heten de scharnierpunten tussen 2 botten?
A
Gewrichten
B
Scharnieren
C
Vezels
D
Pezen

Slide 22 - Quizvraag

Alle botten zitten vast aan ...
A
... elkaar!
B
... de wervelkolom
C
... het skelet
D
... de borstwervels

Slide 23 - Quizvraag

Welke 2 spieren zorgen ervoor dat je jouw gewrichten kunt bewegen?
A
strek- en botspier
B
buig- en strekspier
C
bot- en buigspier
D
bot- en kruisspier

Slide 24 - Quizvraag

Waar twee ... samenkomen, zit een gewricht.
A
botten
B
spieren
C
pezen
D
bewegen

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit er in de onderarm?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 26 - Quizvraag


Wat voor gewricht zit er in de knie?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 27 - Quizvraag

Welke gewrichten zijn er?

Slide 28 - Woordweb

Ons skelet is gebouwd voor vorm, stevigheid, bescherming en beweging. Wat zorgt ervoor dat onze botten kunnen bewegen?
A
Pezen
B
Spieren
C
Gewrichten
D
Botten

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link