29/9 H2, Schrijven, een korte tekst schrijven met de 5wh-vragen les 2

Telefoon in de tas en snel gaan zitten.
In stilte pak je je laptop en log in op de LessonUP. Pak dan je lesboek, schrift, leesboek, mandela, etui en kleurtjes.
Ga lekker kleuren, terwijl je luistert naar de docent die voorleest.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de tas en snel gaan zitten.
In stilte pak je je laptop en log in op de LessonUP. Pak dan je lesboek, schrift, leesboek, mandela, etui en kleurtjes.
Ga lekker kleuren, terwijl je luistert naar de docent die voorleest.

Slide 1 - Tekstslide


Hoofdstuk 1 Schrijven


Begrijpelijk schrijven


Korte tekst schrijven met de 5WH-vragen
Schrijven,
H2

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
  • Voorlezen/kleuren
  • Wat weet je al?
  • Instructie/quiz
  • Werken
  • Afsluiten 

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les hebt onthouden.

Slide 4 - Woordweb

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan je vertellen wat de 5WH-vragen zijn
  • kan je een korte tekst schrijven met behulp van de 5W1H-vragen                                      


Slide 5 - Tekstslide

5WH
Niet
waar
wie
waarmee
waarom
hoelang
hoe
hoeveel
wat
waarvoor
wanneer
waardoor

Slide 6 - Sleepvraag

Korte titel, minimaal een werkwoord.

A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wie en Wat in eerste twee alinea's.

A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Belangrijkste feiten bovenaan.

A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat Wanneer Waar Waarom en Hoe in de alinea's na de eerste.

A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Controleerbare feiten, geen mening.

A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

5W1H-vragen

Slide 12 - Tekstslide

5WH-vragen

  1. Wie (doet het/overkomt het)?
  2. Wat (is er gebeurt)?
  3. Waar (is het gebeurt)?
  4. Wanneer (is het gebeurt)?
  5. Waarom (is het gebeurt)?
  6. Hoe (is het gebeurt)?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Zo schrijf je begrijpelijk

  1. Schrijf een kladversie van je tekst.
  2. Controleer je tekst met deze vragen:
  3. Is mijn tekst volledig (de 5WH-vragen)? Heb ik alles opgeschreven wat mijn lezer moet weten?    
  4. Is mijn tekst duidelijk? Begrijpt de lezer wat ik bedoel?
      --> Als het nodig is, maak je de tekst vollediger of duidelijker.
Schrijf je tekst nu in het net:
  • Begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of vraagteken.
  • Schrijf elk woord foutloos en goed leesbaar.
  • Bekijk bij jouw nette versie nog een keer of er geen spelfouten instaan en of alle hoofdletters en leestekens kloppen!







Slide 15 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
  • Je doel (je wilt zo duidelijk mogelijk vertellen wat het nieuws is)
  • Je lezers of luisteraars (hoeveel weten ze, hoe oud zijn ze)
  • De grootte van je tekst (hoeveel woorden mag je gebruiken?)
  • Volgorde: de belangrijkste informatie bovenaan 
  • Goede titel en tussenkopjes, omdat de lezer snel wil weten waar de tekst over gaat.
  • Spelfouten: geen fouten staan in een nieuwsbericht, dus laat je tekst goed controleren.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe bouw je een nieuwbericht op
  • Korte titel, zo mogelijk zonder werkwoord.
  • Belangrijkste feiten bovenaan.
  • 5 x W en 1 x H.
  • Wie Wat in eerste alinea. 
  • Wanneer Waar Waarom en Hoe in alinea's daarna.
  • Controleerbare feiten, geen mening.
  • Langer bericht: tussenkopjes.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Jeugdjournaal
Opdracht:
Beantwoord de 5W1H-vragen voor het volgende nieuwsfragment.

Slide 19 - Tekstslide

5W1H
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe?
Opdracht:
  1. Schrijf de 5WH-vragen onder elkaar in je schrift (laat een regel extra over voor meer ruimte om te schrijven).
  2. Kijk naar het nieuwsbericht (Jeugdjournaal) en geef daarna zelf in stilte antwoord op de vragen.
  3. Na teken docent ga je jouw antwoorden vergelijken met die van de klasgenoot naast je.
  4. Als laatste klassikaal uitwisselen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

5WH
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe?
Opdracht: alleen


  1. Geef nu zelf antwoord op de vragen. Schrijf je antwoorden in je schrift.

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

5WH
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe?
Opdracht: tweetallen

Vergelijk nu jouw antwoorden met je buurman en bepaal samen wat volgens jullie de antwoorden op de 5WH-vragen zijn. 

timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

5WH
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe?
Opdracht: (klassikaal)

Welke antwoorden op de 5WH-vragen hebben jullie gevonden?

Slide 24 - Tekstslide

Wie - scholieren  
Wat - ongezonde voeding/drankjes  
Waar - schoolkantine/supermarkt 
Wanneer - in de pauzes
Waarom - goedkoper, meer keuze en lekkerdere dingen  
Hoe - lopend  

Wie - supermarkten
Wat - minder aan kinderen verkopen
Waar  - supermarkt
Wanneer - in de schoolpauzes
Waarom -  gezonde voeoding stimuleren
Hoe - duurder maken

Wie – onderzoeker 
Wat - onderzoek ongezonde voeding 
Waar - supermarkt en scholen
Wanneer - tijdens de pauzes
Waarom - gezonde voeding stimuleren
Hoe - door mensen te interviewen 

Slide 25 - Tekstslide

Blz. 45, opdracht 2, het feedbackformulier krijg je van de docent!

Slide 26 - Tekstslide

Werk voor deze les + huiswerk: 

Blz. 45, opdracht 2
+ nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Wat niet af is = morgen afmaken (daarna huiswerk voor maandag!)
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan je vertellen wat de 5WH-vragen zijn
  • kan je een korte tekst schrijven met behulp van de 5WH-vragen                                      


Slide 28 - Tekstslide

Ik kan vertellen wat de 5WH-vragen zijn

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik kan een korte tekst schrijven met behulp van de 5WH-vragen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 31 - Open vraag

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 32 - Open vraag