Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 1
To be
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
To be
Slide 1 - Tekstslide
Verb: to be
- Welke vormen van 'to be' zijn er?
- Maak een bevestigende zin met 'to be'.
- Maak een vragende zin met 'to be'.
- Maak een ontkenning met 'to be'.
Slide 2 - Tekstslide
To be or not to be?
Weet jij het werkwoord 'to be' nog?
She ... playing the piano.
I ... talking to my neighbor.
They ... sitting in the living room.
We ... eating some ice cream.
You ... watching Netflix.
The dog ... catching the ball.
am | 'm
are | 're
are | 're
is | 's
are | 're
is | 's
Slide 3 - Sleepvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you
Slide 4 - Quizvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she
Slide 5 - Quizvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I
Slide 6 - Quizvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers
A
you
B
we
C
I
D
they
Slide 7 - Quizvraag
Possessive Pronouns
Bezittelijke Voornaamwoorden
Slide 8 - Tekstslide
What possessive pronouns do you know?
Slide 9 - Woordweb
I have a laptop. It's ... laptop
A
your
B
their
C
our
D
my
Slide 10 - Quizvraag
Fred and I have a bike.
It's ... bike
A
my
B
our
C
their
D
his
Slide 11 - Quizvraag
Jack and I have a house. It's ..... house.
A
their
B
our
C
his
D
my
Slide 12 - Quizvraag
You have a house. It's ... house
A
my
B
your
C
his
D
its
Slide 13 - Quizvraag
Mary has a bike. It's ............... bike.
A
she
B
his
C
my
D
her
Slide 14 - Quizvraag
The dog has a bone. It's ..... bone.
A
its
B
my
C
their
D
your
Slide 15 - Quizvraag
They have a cat. It's ... cat
A
our
B
my
C
their
D
your
Slide 16 - Quizvraag
We have a dog. It's ... dog.
A
my
B
your
C
their
D
our
Slide 17 - Quizvraag
Chad and Mike have a sister.
It's ... sister
A
his
B
her
C
our
D
their
Slide 18 - Quizvraag
Peter and John have a cat. It's .... cat.
A
my
B
his
C
their
D
our
Slide 19 - Quizvraag
Peter has a car. It's ... car.
A
my
B
your
C
his
D
her
Slide 20 - Quizvraag
Grammatica
Bezit 's / s'
Slide 21 - Tekstslide
Welke zin is correct?
(het gaat over minimaal 2 mannen/men)
A
Where is the men's room?
B
Where is the mens' room?
Slide 22 - Quizvraag
Welke zin is correct?
(het gaat over 2 buren/neighbours)
A
Our neighbour's car is parked outside.
B
Our neighbours' car is parked outside.
Slide 23 - Quizvraag
Welke zin is correct?
(het gaat over minimaal 2 meiden)
A
Those girl's friends are very nice.
B
Those girls' friends are very nice.
Slide 24 - Quizvraag
Welke zin is correct?
(het gaat over 1 parrot/papegaai)
A
The parrot's cage is huge.
B
The parrots' cage is huge.
Slide 25 - Quizvraag
Welke zin is correct?
(het gaat over 1 dame die Jane heet)
A
Jane's office is on the third floor.
B
Janes' office is on the first floor.
Slide 26 - Quizvraag
Welke zin is correct?
(het gaat over 1 vriend/vriendin)
A
My friend's house is big.
B
My fiends' house is big.
Slide 27 - Quizvraag
Welke zin is correct?
(het gaat over 1 broer)
A
My brother's book is on the table.
B
My brothers' book is on the table.
Slide 28 - Quizvraag
Can I borrow your textbook? I can't find my/ mine.
Slide 29 - Open vraag
Jen and Kate have lost their pencil Jen Jen and Kate have lost their pencil cases.
Are these their / theirs (hun) pencil cases?
Slide 30 - Open vraag
Not, they’re not. They are our / ours
(die / dat van ons).
Slide 31 - Open vraag
This is my / mine (mijn) maths book.
Slide 32 - Open vraag
Yes, that is Jane’s. This one is mine. See?
Our / Ours (Onze) names are on them.
Slide 33 - Open vraag
Are you sure? Sheila says it’s her / hers.
(die / dat van haar).
Slide 34 - Open vraag
Sure, go and find your/ yours after the lesson.
Slide 35 - Open vraag
Where is Jane's backpack? Is this her/ hers backpack?
Slide 36 - Open vraag
Welke zin is correct?
(het gaat over minimaal 2 vrienden/friends)
A
My friend's birthdays are in the summer.
B
My friends' birthdays are in the summer.
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Unit 1 (voor het pw)
Oktober 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Persoonlijke voornaamwoorden zelfstandig oefenen
25 dagen geleden
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
25 dagen geleden
- Les met
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Januari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Unit 1 (voor het pw)
Oktober 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 8: passive again
Augustus 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
Persoonlijke voornaamwoorden uitleg en oefeningen
26 dagen geleden
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Future and Demonstrative Pronouns
Juni 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1