H5 Leesvaardigheid les 2 Mening, argument en conclusie

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdzaken en hoofdgedachte

Slide 3 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argument en conclusie H5
Les 1

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Taalweetjes: 
  • Aan het eind van de les heb je geleerd dat je hoofd verbindingen maakt
  • Aan het eind van de les heb je geleerd dat je hoofd ook spelletjes met je speelt
  • Aan het eind van de les heb je geleerd dat kleuren ook met emoties te maken hebben

Leesvaardigheid H5: Mening, argument en conclusie
  • Aan het eind van de les heb je geleerd dat wat een mening, argument en conclusie is.
  • Aan het einde van de les heb je geleerd die mening, argumenten en conclusie uit de tekst te halen. 

Slide 5 - Tekstslide

Taalweetjes
Taal en kleur


Slide 6 - Tekstslide

Taalweetjes
Taal en kleur
Of je nu wilt of niet: in je hoofd verbind je allerlei dingen met elkaar en daarvoor hoef je alleen maar een paar klanken of letters in een bepaalde volgorde te horen of te lezen. 

Denk je aan blauw, dan kun je met een paar stappen zo bij de kleur geel uitkomen.
Bijvoorbeeld:
blauw → water → strand → zon → geel.

Slide 7 - Tekstslide

Taalweetjes
Taal en kleur

AFMAKEN

Slide 8 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argument en conclusie H5

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Huiswerk
Opdracht 4 en 5  van H4 Verbanden en signaalwoorden (2) (blz. 100 t/m 103)

VANAF HIER AANPASSEN

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 4
1 Het onderwerp van de tekst is muziektolk voor doven/signdancers voor
   doven.

2 Trilvloeren, signdancers en visuele kunst zijn voorbeelden van manieren
    waarmee doven kunnen genieten van een popconcert.

3 Voorwaarde / oorzaak-gevolg

4 Als…dan / doordat


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 4
5 zo…dat

6 B Alinea 3 geeft een toelichting bij alinea 2.

7 Drie redenen om recht voor de boxen te staan: zo voelen de vier goed de trillingen van de
    muziek en hebben ze goed zicht op het podium én op speciale muziektolk Mirjam Stolk.

8 Tweederangsmuziekbeleving is dat voor doven muziek luisteren/bekijken minder leuk zou zijn
    als voor horenden. Tweede rang, dus minder goed. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 4
9 D Mirjam wil een brug slaan tussen het horende publiek en dove publiek.

10 In alinea 5 worden redenen opgesomd die aangeven waarom Mirjam Stolk
      belangrijk is voor het dove/slechthorende publiek.

11 Ten eerste - daarnaast -Tot slot

12 Schrijf de zin over en vul aan: In alinea 6 is er sprake van een chrono-                  logisch verband. Dit zie je aan de signaalwoorden: nadat - later – nu.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 4
13 Oorzaak – gevolg

14 mooi – weer – buiten is een voorbeeld van een korte zin die Mirjam Stolk
      signdancet.

15 B – conclusie (geen samenvatting, want Mirjam Stolk wordt helemaal
              buiten beschouwing gelaten).


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 4
16 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Erg mooi, want ze doet het heel
      enthousiast. / Erg vreemd, ze gaat helemaal uit haar dak en dat ziet er gek
      uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5
1 B –een aantal voorbeelden bij het onderwerp te noemen.

2 In alinea 2 wordt opgesomd hoe je outfits kunt vergruwelijken: met make-
    up, contactlenzen en nepbloed - open oogbollen en andere zombie-
    achtige dingen – speciale app.

3 Bij alinea 4

4 Bij alinea 6

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 5
5 Kerzin alinea 3: 

    Angstprofessor Peter Muris, die verbonden is aan de universiteit van
    Maastricht, noemt deze combinatie van afkeer en aantrekking, die ook de
    basis vormt van het succes van hitserie The Walking Dead, logisch.
    Kernzin alinea 4: Muris, schrijver van de opvoedwijzer Monsters onder het
    bed, noemt angst een normale emotie die ervoor zorgt dat we kunnen
    overleven

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 5
6 Angstprofessor Peter Muris, die verbonden is aan de universiteit van
    Maastricht, noemt deze combinatie van afkeer en aantrekking, die ook de
    basis vormt van het succes van hitserie The Walking Dead, logisch. (eerste
    zin)

7 Oorzaak: mannen als vrouwen zijn bang voor fysieke dreiging – gevolg:
    lichamelijke reactie

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 5
8 C Het gaat over fysiek klaarmaken voor actie.

9 D Alinea 5 vormt met alinea 4 een opsomming.

10 Je moet de situatie concreter en minder beangstigend maken.

11 Alinea 6 vormt een tegenstelling bij alinea 5

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 5
12 B Iets eenvoudig blijkt vaak juist het engste en een deur gebruiken is dat.

13 Angst voor moord of de vrees voor een man onder het bed - de afkeer van
     dieren - paniek vanwege sociale situaties.

14 daarnaast - ook

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 5
15 eigen antwoord, bijvoorbeeld: 

     Er belde iemand aan ’s avonds laat en ik was alleen thuis. Ik durfde
     eigenlijk de deur niet open te doen, omdat ik niet kon zien wie er stond. Ik
     bedacht allerlei engs, maar het was een collectant. Dat lijkt dus op het
     verhaal van Paul van Loon. Het is dus te verklaren, want angst voor het
     onbekende vergroot de angst.

Slide 22 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5

Slide 23 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Startopdracht: blz. 124

Slide 24 - Tekstslide

Startopdracht

Lees tekst 1 

Slide 25 - Tekstslide

Startopdracht
Groen is een secundaire kleur. De kleur ontstaat door het mengen van de primaire kleuren blauw en geel. In de natuur is groen een van de meest voorkomende kleuren. De kleur groen staat voor rust, vrede en vruchtbaarheid. Volgens veel psychologen is werken in een groen gekleurde ruimte heel goed, want groen heeft een heilzame en activerende werking op lichaam en geest. Groen staat ook voor natuur, frisheid en duurzaamheid. Groen is bovendien de kleur die staat voor verse producten, vruchtbaarheid, voorjaar en nieuw leven.






Slide 26 - Tekstslide

Startopdracht
1. Citeer de zin waarin een duidelijke mening en een uitleg van die mening staat.




Slide 27 - Tekstslide

Startopdracht
1. Citeer de zin waarin een duidelijke mening en een uitleg van die mening staat.





‘Volgens veel psychologen is werken in een groen gekleurde ruimte heel goed, want groen heeft een heilzame en activerende werking op lichaam en geest.’

Slide 28 - Tekstslide

Startopdracht
2. Welk woord in de kondigt de mening aan en met welk woord begint de uitleg. 

‘Volgens veel psychologen is werken in een groen gekleurde ruimte heel goed, want groen heeft een heilzame en activerende werking op lichaam en geest.’


Slide 29 - Tekstslide

Startopdracht
2. Welk woord in de kondigt de mening aan en met welk woord begint de uitleg. 

‘Volgens veel psychologen is werken in een groen gekleurde ruimte heel goed, want groen heeft een heilzame en activerende werking op lichaam en geest.’


Slide 30 - Tekstslide

Startopdracht
3. Welk woord wordt vaak gebruikt als synoniem voor het woord ‘groen’ in
     verband met ons milieu?

Slide 31 - Tekstslide

Startopdracht
3. Welk woord wordt vaak gebruikt als synoniem voor het woord ‘groen’ in
     verband met ons milieu?

Duurzaam

Slide 32 - Tekstslide

Startopdracht
4. Vindt de schrijver ‘groen’ een secundaire kleur of is ‘groen’ een secundaire
     kleur?

Slide 33 - Tekstslide

Startopdracht
4. Vindt de schrijver ‘groen’ een secundaire kleur of is ‘groen’ een secundaire
     kleur?

is groen een secundaire kleur

Slide 34 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Standpunt/ mening

  • Een schrijver kan opschrijven wat hij van iets vindt of hoe hij ergens over denkt. Hij geeft dan zijn mening. 
  • Met een mening, ook wel standpunt genoemd, kun je het eens of oneens zijn. 

Slide 37 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Standpunt/ mening

  • Een mening herken je vaak aan signaalwoorden zoals: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, mijn opvatting is.

Bijvoorbeeld: 
Ik vind afval scheiden erg belangrijk.

Slide 38 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Argument
Als de schrijver uitlegt waarom hij iets vindt, geeft hij een argument. 

Bijvoorbeeld: 
Ik vind afval scheiden erg belangrijk (mening), want dan weet ik zeker dat ik het milieu daarmee help (argument).

Slide 39 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Argument
Een argument herken je aan signaalwoorden zoals: want, omdat, namelijk, immers.

Slide 40 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Conclusie

Aan het einde van de tekst, als de schrijver alle argumenten heeft gegeven, trekt hij soms een conclusie. De schrijver kan dan kort zijn mening en argumenten herhalen. Een conclusie herken je aan signaalwoorden zoals: dus, concluderend, dat betekent. 

Slide 41 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Mening, argumenten en conclusie H5
Conclusie

Bijvoorbeeld:
Uit alles wat ik gezegd heb, blijkt dus dat ik het belangrijk vind om goed voor het milieu te zorgen.

Slide 42 - Tekstslide

Opdracht 1
Lees tekst 2 (blz. 125) en maak opdracht 1

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht 1
antwoorden
1 De titel is een mening. Uitleg: ‘gaat geen windeieren leggen’ betekent dat
   er iets gaat gebeuren. De verwachting is dat ….iets oplevert. Dat is een
   mening, want je kunt nog niet controleren of het waar is.

2 Dat je wel degelijk voordeel van iets hebt.

3 Dat hij mede-eigenaar is geworden van een windmolen.

Slide 44 - Tekstslide

Opdracht 1
antwoorden
4 Een periode van voorspoed, gevolgd door een tijd van tegenspoed.

5 want

6 De uitdrukking betekent: ervoor zorgen dat je ergens tegen kunt of geen
    last van hebt. Hier betekent de uitspraak van Dekker, dat hij er geen last van
   heeft als er de komende jaren minder zon is, omdat hij als mede-eigenaar
   van een windmolen een opbrengst heeft die het verlies kan opvangen.

Slide 45 - Tekstslide

Opdracht 1
antwoorden
7 Ik vind dat ik geen stroom van de windmolen hoef te ontvangen, omdat de
    opbrengst van mijn zonnepanelen op jaarbasis al zo'n beetje mijn hele
    stroomverbruik dekt. Ik hoef geen stroom van de windmolen te ontvangen,
    want ik dek met de opbrengst van mijn zonnepanelen mijn hele
    stroomverbruik al af.

8 alinea 5

Slide 46 - Tekstslide

Opdracht 1
antwoorden
9 Hij verwacht dat hij zijn bijdrage binnen 18 jaar heeft terugverdiend en dat
    hij een rente van vijf procent kan verdienen.

10 ‘draag ik voortaan toch ook bij aan de productie van duurzame energie’

11 ‘dat je hebt bijgedragen aan het vergroenen van ons energiesysteem’

12 dus

Slide 47 - Tekstslide

Huiswerk
Mening, argumenten en conclusie H5
Maak opdracht 2 en 3 (blz. 126 en 127)

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide