2kb spelling 222 223

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2kb spelling 222 223

Deze les gaat over het gebruiken van de komma.

wanneer gebruik je een ,?

gebruik nummer 1

In een zin met 2 persoonsvormen.

voorbeeld: Als je loopt, duurt het langer.

Maak zelf een zin met 2 persoonsvormen.
Tip: begin je zin met "Als".

Nog een regel waar je een komma moet gebruiken.

Tussen de delen van een opsomming.

Dus in plaats van: 

Hij kocht auto's en wielen en

knalpijpen en een ijsje.

 

Hij kocht auto's, wielen, knalpijpen en een ijsje.

LET OP: het laatste deel van de opsomming gebruik je 

wel "en".

Maak een zin met een opsomming, minstens 4 dingen noemen.

Ook VOOR een voegwoord gebruik je een komma.

Voorbeeld: 

Hij rijdt vaak met de motor, omdat hij graag tussen de file doorrijdt.

Voorbeelden van voegwoorden zijn:

dat, terwijl, om, omdat, doordat, zodat, zodra, als, toen. hoewel, tenzij, en, maar, want en of.

Dit is dus een opsomming van voegwoorden!

Nu jij: Maak een zin met een voegwoord van de vorige slide.

Optie A : er zijn 2 persoonsvormen
optie B : er staat een voegwoord
optie C : er staat een opsomming
De monteur pakt een baco, een hamer en een tang.

optie A : 2 persoonsvormen
optie B : een voegwoord in de zin
optie C : een opsomming in de zin.
De rij-instructeur remt hard, want er komt een auto
van rechts.

Plaats een komma in deze zin.
We eindigen met eten drinken en gezelligheid.

Plaats een komma in deze zin.
We eindigen met eten drinken en gezelligheid. Wat is de reden voor de komma?

1. er staan 2 persoonsvormen inde zin
2. er staat een voegwoord in de zin
3. er staat een opsomming in de zin

Maak de zin goed:
gebruik 2 hoofdletters, één komma en een punt.
in oostenrijk lopen mensen vaak graag en ver

We maken nu met elkaar opdracht 3 op blz. 223

van het lesboek. 

Het is een kwestie van goed en actief lezen.

Daarna maken jullie zelfstandig opdracht 1 en 2 op blz. 222 en als laatste opdracht 4 op blz. 223