Opdracht 1 De oude Grieken | 1.5 Griekse filosofie

M&M M1
Opdracht 1 De oude Grieken | 1.5 Griekse filosofie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M&M M1
Opdracht 1 De oude Grieken | 1.5 Griekse filosofie

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen van deze les zijn:

1. uitleggen wat een filosoof is.

2. drie filosofen en hun gedachtegang beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

De Grieken dachten veel na over de mens, het leven en de werkelijkheid. Ze noemden dat filosofie. Ze stelden vragen als: Wat is zijn? Wat is de werkelijkheid? Hoe komen we aan kennis over die werkelijkheid? En ook: hoe kunnen we het goede doen? Met die lastige vraag hield Socrates zich bezig. Hij viel de Atheners lastig met zijn kritische vragen. Zo liet hij de mensen nadenken over dingen die ze eerst vanzelfspreken vonden. Zijn leerling Plato schreef deze gesprekken en zo zijn ze bewaard gebleven.


Socrates (469 - 399 v. Chr.)

Socrates geloofde in een objectieve waarheid, een waarheid die er simpelweg is, onafhankelijk wat wij er als mensen van vinden. Socrates geloofde dat de mens in staat is om door denken de objectieve waarheid te kennen. Als filosoof was hij voortdurend in debat met andere filosofen en met zijn leerlingen. Door gesprekken over normen en waarden hoopte hij algemeen geldige kennis te verzamelen over wat goed is en wat slecht. Wie weet wat goed is, zal dat ook doen was zijn overtuiging. Omdat Socrates zo’n grote waarde hechtte aan objectieve waarheid stond hij wantrouwig tegenover de democratie. Hij was bang dat de onwetende massa gemakkelijk misleid kon worden door politici die het niet zo nauw namen met de waarheid.

Zijn drang naar eerlijkheid kwam hem duur te staan. Omdat het ter discussie stellen van gevestigde ‘waarheden’ hem in het bloed zat, werd hij ook gevreesd. Hij kwam herhaaldelijk in conflict met de machthebbers in Athene. Uiteindelijk werd hij aangeklaagd omdat hij de goden niet genoeg zou vereren en vanwege zijn slechte invloed op de jeugd. Veroordeeld tot de gifbeker stierf hij te midden van zijn leerlingen.

Slide 3 - Tekstslide

Plato (427 – 347 v. Chr.)

Plato was een leerling van Socrates. Plato geloofde in het bestaan van een hogere werkelijkheid in een ideale wereld die wij als mensen niet kunnen zien.
Wat we zien zijn slechts de afspiegelingen van die werkelijkheid, zei Plato. Kennis van de echte werkelijkheid kunnen we enkel bereiken door het denken. Deze theorie wordt Plato’s ideeënleer genoemd. In de echte wereld, zei Plato, is alles veranderlijk en vergankelijk net zoals wij zelf sterfelijk zijn en onze meningen en ideeën veranderlijk. Door goed na te denken zouden we volgens Plato meer te weten komen over de objectieve onveranderlijke kennis uit de ideale wereld. Het allerhoogste Idee noemde Plato het Goede.
Alleen hele wijze mannen met kennis van de ideeënwereld konden volgens Plato de polis te besturen. In de ideale staat hadden filosofen de macht omdat zij weten wat goed is. Plato deelde de mening van Socrates dat de democratie gevaarlijk was.

Aristoteles (384 - 322 v. Chr.)

Aristoteles was een leerling van Plato en een onvoorstelbaar knappe geest. Hij was actief in alle takken die de wetenschap toen rijk was: filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde.
De ideeën van Aristoteles hebben grote invloed gehad op de Westerse geschiedenis en het Westerse denken. In zijn wetenschappelijke denken werd hij geleid door het inzicht dat in de natuur alles is geordend en doelmatig is: de natuur doet niets vergeefs. Niet alles wat Aristoteles beredeneerde was waar.

Hij dacht bijvoorbeeld dat de aarde het middelpunt was van het universum.
Dit wereldbeeld hield in West-Europa bijna tweeduizend jaar stand

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
Geef in volledige zinnen antwoord op onderstaande vragen.
- Wie ben jij?
- Wat is geluk?
- Waar komt de wereld vandaan?
- Bestaat er een leven na de dood?
- Wat is het belangrijkste in dit leven?
Vergelijk de antwoorden met die van je buurman/buurvrouw. Wat valt jullie op?

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 2
Zoek uit welke Griekse geleerde bij iedere uitspraak past.
1. In de natuur is alles geordend. Kijk maar naar de hemel: alles draait om de aarde.
2. Democratie? Waardeloos! Politici doen niets anders dan domme mensen misleiden, zodat ze verkeerde besluiten nemen.
3. De regering zou moeten bestaan uit wijze filosofen, die weten hoe je de waarheid zoekt.
4. Het enige wat ik zeker weet, is dat ik niets weet.

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 1: wat doet een filosoof?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: beschrijf Socrates in drie zinnen.

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: beschrijf Plato in drie zinnen.

Slide 9 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: beschrijf Aristoteles in drie zinnen.

Slide 10 - Open vraag

Leerdoelen check ingevuld?
Ga samen met je talking partner elkaars antwoorden controleren en verbeter elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Als afsluiting van het thema filosofie ga je een opstel schrijven over één van de volgende vragen. Je krijgt hier 1 les + huiswerktijd voor.
•    Wat is het goede leven? (denk ook na over de vraag: waar word je gelukkig van?)
•    Hebben dieren evenveel rechten als mensen? (denk ook na over de vraag: mag je een mug doodslaan)
•    Zijn we als mens vrij om te worden wie we willen zijn? (denk ook na over de vraag: ben je nu jezelf?)
•    Wat is geluk?
•    Wanneer ben je een goed mens?
•    Is iedereen gelijk?
•    Als mijn hersenen in jouw lichaam zitten, ben jij dan ik of ben ik dan jij?

Tips:
• Gebruik een pakkende, concrete en persoonlijke inleiding over je vraag. Wat ga je vertellen?
• Gebruik in je opstel je eigen ervaringen in het leven.
• Wat zou Socrates zeggen over je vraag?
• Let erop dat jouw mening over de vraag duidelijk naar voren komt.
• Sluit je opstel af met een conclusie.

Eisen:
•    Het opstel moet minimaal een half A4 zijn.
•    Je maakt het op de laptop en maakt gebruik van passende afbeeldingen.
•    Inleveren via ELO in Magister

Slide 12 - Tekstslide