In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H5.4 Reacties tussen ionen
Neerslagreacties
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen deze les
Je kunt nu:
Het neerslaan van een zout in een neerslagreactie weergeven.
Bepalen welke ionen een neerslag vormen als twee verschillende zoutoplossingen worden samengevoegd.
D.m.v. een experiment aantonen welk zout er in een bepaald buisje zit.
Slide 4 - Tekstslide
Stil lezen
10 Min Stil lezen H5.4 en/of opdrachten maken
Maken
Les 1: §5.3: 34, 35, 37, 38, 42, 43 of 44
Les 2: Experiment 5.2
Les 3: §5.4: 47, 50, 51, 54 of 55
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Instructie
We gaan samen kijken naar:
Neerslagreacties
Opstellen van neerslagreacties
Zelf:
Zelf doen:
VEEL oefenen!
Slide 6 - Tekstslide
Is deze stof goed oplosbaar? (Check in Binas Tabel 45A)
Na2CO3
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Geef de oplosvergelijking van
Na2CO3
Slide 8 - Open vraag
2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren:
Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing => Er vormt zich dus géén slecht oplosbaar zout.
Er ontstaat een neerslag: Er vormt zich een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag. Een neerslag is een vast (slecht oplosbaar zout) dat naar de bodem zakt.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Binas 45A
Slide 12 - Tekstslide
Let op! dit is geen indampvergelijking. Het lijkt er wel op!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
OPDRACHT 1: Een slecht oplosbaar zout maken. Beschrijf hoe je bariumcarbonaat kunt maken uit oplossingen van andere zouten.
A
Bariumchloride en calciumcarbonaat
B
bariumchloride en natriumcarbonaat
C
Zilverchoride en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en kaliumcarbonaat
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
OPDRACHT 2:Een slecht oplosbaar zout maken. Beschrijf hoe je calciumcarbonaat kunt maken uit oplossingen van andere zouten.
A
Calciumchloride en calciumcarbonaat
B
Calciumchloride en natriumnitraat
C
Calciumnitraat en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en calciumcarbonaat
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
OPDRACHT 3: Verwijderen van ionen uit een oplossing: Verwijder de sulfaat-ionen uit een koper(II)sulfaat-oplossing
A
Met natriumnitraat
B
Met calciumnitraat
C
Met Ammoniumnitraat
D
Met bariumnitraat
Slide 21 - Quizvraag
OPDRACHT 4: Het aantonen van ionen in een oplossing. Toon aan of je zilvernitraat-oplossing of een calciumnitraat-oplossing hebt. TIP! Zoek een goed oplosbaar zout met een negatief ion dat neerslag met het zilver of calcium-ion.
A
Met NaCl
B
Met Na2SO4
C
Met Na2S
D
Met Na2CO3
Slide 22 - Quizvraag
Zelf oefenen
Je mengt oplossingen van
koperchloride en zilvernitraat
kaliumchloride en natriumsulfaat
bariumchloride en natriumcarbonaat
Slide 23 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt nu:
Het neerslaan van een zout weergeven in een neerslagreactie.
Bepalen welke ionen een neerslag vormen, wanneer je twee verschillende zoutoplossingen samenvoegt.
D.m.v. Experimenten aantonen welk zout er in een bepaald buisje zit.
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
Maken
Les 1: §5.3: 34, 35, 37, 38, 42, 43 of 44
Les 2: Experiment 5.2
Les 3: §5.4: 47, 50, 51, 54 of 55
Slide 25 - Tekstslide
Geef de indampvergelijking van kwik(II)chloride-oplossing