1.1 Breinologie

BREINOLOGIE
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

BREINOLOGIE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Weten  hoe je brein eruit ziet 
  • Weten hoe je brein werkt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen

Slide 3 - Woordweb

Wat weet jij al over de hersenen?
Werking van de hersenen
  • Onderdeel van het centraal zenuwstelsel 
  • Omsloten door schedel en hersenvliezen 
  • Grootte als kokosnoot, vorm als walnoot 
  • 1,4 kilogram 
  • 16 miljard hersencellen 
  • Twee helften

Slide 4 - Tekstslide

De hersenen vormen samen met het ruggenmerg het centraal zenuwstelsel. Dit is een netwerk van cellen dat informatie kan opnemen en verwerken. Ter bescherming zijn de hersenen omsloten door een schedel en hersenvliezen. De omvang is te vergelijken met een kokosnoot. De hersenen hebben de vorm van een walnoot. Het brein van een gezonde volwassene weegt ongeveer 1,4 kilo.
Ieder mens heeft ongeveer 16 miljard hersencellen in het brein. Deze hersencellen verspreiden zich over twee helften: de linker- en de rechterhersenhelft. 
Hersencellen
  • Neuronen 
  • Stam = axon = informatie doorgeven
  • Tak = dendriet = informatie ontvangen
  • Nieuwe verbindingen

Slide 5 - Tekstslide

Een hersencel wordt ook wel een neuron genoemd. De stam van een hersencel noemen we een axon en de takken noemen we dendrieten. De axon geeft informatie door aan andere cellen en de dendrieten ontvangen informatie. Op die manier hebben hersencellen contact met elkaar. Als er contact wordt gemaakt tussen hersensellen en een boodschap wordt doorgegeven, zeggen we dat de hersencellen met elkaar vuren. Er worden dan nieuwe verbindingen gemaakt. Het contact is eerst heel zwak, maar als dezelfde cellen steeds weer contact met elkaar maken en vuren, dan wordt de verbinding steeds sterker. 

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De kracht van
herhaling

Slide 7 - Tekstslide

Als je iets nieuws moet leren, bijvoorbeeld woordjes, en je doet dat maar één of twee keer, dan is die kennis in je brein nog maar een bergweggetje. Als je de leerstof herhaalt en op de juiste manier opslaat, verandert er iets in de verbindingen tussen hersencellen. Deze verbindingen worden steeds sterker en vormen uiteindelijk een soort ‘snelweg’ in het brein. De geleerde informatie of vaardigheid is nu geautomatiseerd. Als je eenmaal iets echt hebt geleerd, kun je het niet meer ‘verleren’. Zelfs na jaren weet je dan nog dingen die je misschien niet eens meer wil weten. Het kan zijn dat je kennis een beetje moet worden ‘afgestoft’, maar als je het even opzoekt, weet je het ook direct weer. Dit verklaart ook waarom het lastig is om nieuwe gewoontes aan te leren. Je hersenen hebben nog een snelweg van het oude en het nieuwe is nog maar een bergweggetje. Het is voor je brein veel makkelijker om de snelweg te kiezen. Kiezen voor een bergweggetje kost inspanning. 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van ons brein
  • Plastisch
  • Zuinig  
  • 33% van voeding en zuurstof 
  • Bloedvaten open door sporten

Slide 9 - Tekstslide

Je brein is plastisch; het leert steeds maar door. Bij de geboorte zijn al onze zenuwcellen al aanwezig. Tot ongeveer je 24e leer je makkelijk. Daarna ook nog, maar dan kost het iets meer inspanning. Je brein is dus je hele leven in staat om nieuwe dingen te leren. Het brein is ook erg zuinig. Wat niet herhaald of geoefend wordt, wordt geschrapt.
Voeding en zuurstof zijn erg belangrijk voor je brein. Zo’n 33 procent van wat je eet en inademt gebruikt het brein. Door te sporten gaan bloedvaten open en kan er gemakkelijker meer zuurstof en voeding naar het brein. Daarom zijn sporten en goede voeding belangrijk.

Slide 10 - Tekstslide

Je brein is de hele dag actief. Het doet steeds iets met de informatie die je tegenkomt. Soms is die informatie verwarrend, zoals in dit plaatje. Je ziet het woord blauw, maar het is in het rood geschreven. Lees de woorden zoals ze staan en benoem daarna de kleuren die je ziet.

Je brein is hard aan het werk bij zo’n opdracht. Het brein is van nature lui en zal je laten zeggen wat hij als eerste waarneemt. Bij sommigen is dat het woord, bij sommigen de kleur en sommigen wisselen het door elkaar. Wanneer je niet vasthoudt aan je eerste waarneming, moet je brein hard werken. 

Slide 11 - Video

Al onze bewegingen worden gestuurd vanuit ons brein. De linkerhersenhelft stuurt de rechterkant van het lichaam aan en de rechterhersenhelft stuurt de linkerkant aan. De linkerhersenhelft is goed in taal, analyseren, logisch denken, details, systematisch denken, feiten, orde en patronen. De rechterhersenhelft is goed in beelden, intuïtie, creativiteit, het grotere geheel zien, oplossingen bedenken, fantasie, verbeelding. 

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies