40 woordsoorten

Pak je spullen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pak je spullen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

zelfstandig werkwoord
Dus met een zelfstandig werkwoord en met een koppelwerkwoord.

Slide 3 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKWOORD (ZWW)
  • Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  • Het zelfstandig werkwoord geeft aan wat het onderwerp doet.
  • Het zelfstandig werkwoord heeft een duidelijke betekenis: 
je kunt het (meestal) uitbeelden
  • Het zelfstandig werkwoord kan als enige werkwoord in een zin staan. 
  • Er staat maar één zelfstandig werkwoord in een zin. 
  • Voorbeeld: "Ik heb een mail gestuurd."



Slide 4 - Tekstslide

Koppelwerkwoord

In een zin kan je te maken hebben met
OF een zelfstandig werkwoord OF een koppelwerkwoord

Daarnaast kunnen er nog hulpwerkwoorden in de zin staan (maar hoeft niet). 

Slide 5 - Tekstslide

Koppelwerkwoorden
Een koppelwerkwoord is altijd gekoppeld aan het OW. Het geeft aan dat het onderwerp iets 'is'.
ZWABBELS + HDV
"Ik ben jarig."
"Zij worden morgen 20."

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
1. Wat is het belangrijkste werkwoord? 
2. Rest is hulpwerkwoord. 

Slide 8 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
Meer werkwoorden in de zin?
  • Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.
  • Het hulpwerkwoord geeft "hulp" aan het zelfstandige werkwoord. 
  • Het hulpwerkwoord heeft zelf geen duidelijke betekenis. 

Ik heb gegeten.
Dit moet verwijderd worden.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 41 t/m 44 op blz. 43
Sla bij al deze vragen zin E over!

Slide 10 - Tekstslide