8.1 media

Doel:
  • Je kunt de 3 soorten media noemen.
  • Je kunt voorbeelden van media noemen.

  • Je weet het verschil tussen oude en nieuwe media 
  • Je kan verschillende vormen van media geven.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Doel:
  • Je kunt de 3 soorten media noemen.
  • Je kunt voorbeelden van media noemen.

  • Je weet het verschil tussen oude en nieuwe media 
  • Je kan verschillende vormen van media geven.

Slide 1 - Tekstslide

Media
middelen om communicatie met elkaar mogelijk te maken en elkaar van informatie te voorzien.

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie
Verbinding / contact
Het overbrengen en ontvangen van een boodschap.

Slide 3 - Tekstslide

Miscommunicatie
als de andere je niet snapt

Slide 4 - Tekstslide

Wat is media
A
Communicatie middel
B
praten met andere mensen en dieren
C
heel veel mensen samen
D
Naam van een persoon

Slide 5 - Quizvraag

3 soorten media
• oude media
• nieuwe media
• sociale media

Slide 6 - Tekstslide


Tijdschriften en kranten: gedrukte media ook wel oude media genoemd

Vaak hebben de gedrukte media een doelgroep

jong, oud, voetbal, paarden etc

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Social Media

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Wat is Social Media
A
Media van echte sociale mensen
B
Media van slimme mensen
C
Een verzamelnaam voor alle internet- toepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen.

Slide 14 - Quizvraag

Waar gebruik jij Social Media voor?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Wat is media
A
Communicatie middel
B
naam van mijn kat
C
heel veel mensen samen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is Social Media
A
Media van echte sociale mensen
B
Media van slimme mensen
C
'Media die je laten socialiseren 'Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'

Slide 18 - Quizvraag

Wat is media wijsheid
A
Als ik goede punten krijgt op school
B
Als ik goed kan omgaan met media
C
Als ik met slimme mensen omgaat

Slide 19 - Quizvraag

Media heeft voordelen
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Wie kent het wachtwoord van je e-mail of computer?
A
Alleen mijn beste vriend(in)
B
Niemand, alleen ik.
C
Mijn vrienden.

Slide 21 - Quizvraag

Als je iets op Facebook zet, blijft het daar voor altijd staan. Klopt dat?
A
Dat ligt aan je instellingen.
B
Nee, je kunt dingen eenvoudig weer wissen.
C
Klopt, ze bewaren je gegevens voor altijd.

Slide 22 - Quizvraag

Je hebt een mail gekregen waarin staat dat je een iPhone hebt gewonnen! De afzender ken je niet, maar je hoeft alleen maar even op de link te klikken om je prijs te krijgen. Wat doe je?
A
Je klikt natuurlijk, wat heb je een geluk!
B
Je gooit het mailtje in de prullenbak, want je kent de afzender niet.
C
Je weet niet of het klopt, maar probeert het toch. Een keertje klikken kan toch geen kwaad?

Slide 23 - Quizvraag

Je doet met je vrienden een wedstrijdje gekke bekken trekken. Met je telefoon maak je er foto’s van. Wat doe je na afloop met de afbeeldingen?
A
Je zet ze online en tagt al je vrienden.
B
Je zet ze online, maar wel zo dat alleen je vrienden het kunnen zien.
C
Je bewaart ze in je telefoon.

Slide 24 - Quizvraag

maken opdrachten blz. 48, 49, 50, 51.


alle opdrachten.


Ben je klaar met de opdrachten.

Pak dan je boek en ga rustig lezen.

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide