7-2: meervoud

• Nederlands
• Basisschool
• Praktijkonderwijs
• Groep 6
• Leerjaar 2

Welkom! 

Doelen van deze les blz. 234

Je kent het verschil tussen enkelvoud en meervoud.

Je kunt meervouden op -en en -s spellen.

Eerst een paar vragen.....

wat weet je nog?

Regel

Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.

Dat is simpel!

Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!

Regel:

Na  - je/ - el / -en / -er/ - ie

zet je een S achter het woord om meervoud te maken

Let op!

Soms  moet je iets veranderen:

f wordt v: brief-brieven

s wordt z: gans-ganzen

de laatste letter verdubbelen: jas-jassen

een klinker weghalen: muur-muren

Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........

1. plants
2. plantes
3. planten
4. plantens

Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........

1. tijdens
2. tijds
3. tijds
4. tijden

Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........

1. boeks
2. boeken
3. boekes
4. boekt

meervoud van jongen?

meervoud van meisje?

meervoud van vinger?

meervoud van vakantie?

meervoud van tafel?

meervoud op -s

meervoud op -en

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

gang

kamer

bed

zaal

kleed

brief

jongen

Maken/huiswerk

Blz. 234: opdracht 1, 2, 4.