Argumenten beoordelen

NEDERLANDS
ARGUMENTEN
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS
ARGUMENTEN

Slide 1 - Tekstslide

VOORLEES WORKSHOP 
AAN DE SLAG MET VOORLEZEN!
VOORLEES- OF PRENTENBOEK MEENEMEN!

WOENSDAG 8 JUNI - 16.00-17.00 UUR
HOGESCHOOL SAXION DEVENTER

AANMELDEN: LEESCOALITITE@BIBLIOTHEEKDEVENTER.NL

Slide 2 - Tekstslide

DOEL VAN DE LES
JE WEET HOE JE ARGUMENTEN KUNT HERKENNEN, BEDENKEN EN TOEPASSEN

Slide 3 - Tekstslide

OPBOUW VAN DE LES

  1. UITLEG ARGUMENTEREN
  2. OPDRACHTEN IN STUDIEMETER
  3. OPBOUWOPDRACHTEN OVER ARGUMENTATIE BEOORDELEN
  4. CONTEXTZINNEN OEFENING 8 EN 9

Slide 4 - Tekstslide

STUDIEMETER

Taalverzorging > Kijk wat je nog moet maken! Volgende week eindtoets!

Lezen > Opbouwopdrachten > Argumentatie beoordelen 
> opdracht 1-5

Woordenschat 2F > Contextzinnen > Oefening 5
timer
30:00

Slide 5 - Tekstslide

BOEKPROMOTIE

Je laat hierbij het boek zien,
vertelt er kort iets over en 
leest een fragment voor,
zorg dat je de anderen nieuwsgierig maakt 
en/of eindigt met een cliffhanger.

Slide 6 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

VOORBEELD ARGUMENTATIESCHEMA
Files

Er zou echt iets aan de files in Nederland gedaan moeten worden. 
Veel mensen komen namelijk door files te laat op hun werk. 
Bovendien leiden files tot ongelukken in het verkeer. 
Mensen moeten namelijk veel vaker plotseling remmen dan wanneer er geen files op de weg zijn.
Het fileprobleem zou dus zo snel mogelijk moeten worden opgelost. 

Slide 8 - Tekstslide

want
want
want

Slide 9 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

ARGUMENTEREN
MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL MOETEN
VERBODEN WORDEN.

1. Wat is het probleem en is het erg?
2. Wat zijn de voor- of nadelen?
3. Wie zijn de betrokkenen en wat voor effect
 heeft het probleem op de verschillende
 betrokkenen?
KOMT TERUG OP JE EXAMEN!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

HET AUB-MODEL
1. Eerst zeg je wat het argument (A) is.
2. Dan leg je het argument uit (U).
3. Tot slot geef je een voorbeeld: ‘Bijvoorbeeld, (B) ...’

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

EVEN OEFENEN

LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN 

Slide 15 - Tekstslide

ARGUMENTEN BEOORDELEN

Slide 16 - Tekstslide

Is het argument waar of niet waar?

Wij komen nooit meer op tijd, want de file staat tot Utrecht.
A
waar/geldig
B
niet waar/ongeldig

Slide 17 - Quizvraag

Is het argument waar of niet waar?

Het vak geschiedenis is onbelangrijk, want er is geen enkel beroep waarvoor je geschiedenis nodig hebt.
A
waar/geldig
B
niet waar/ongeldig

Slide 18 - Quizvraag

STUDIEMETER

Lezen > Opbouwopdrachten > Argumentatie beoordelen 
> opdracht 1-5

Woordenschat 2F > Contextzinnen > Oefening 5

Slide 19 - Tekstslide

EVALUATIE VAN DE LES

Slide 20 - Tekstslide

VOLGENDE WEEK

  • EINDTOETS TAALVERZORGING
! wordt pas opengezet als je alle bolletjes groen zijn ! 

  • OEFENTOETS LEZEN 2F NIVEAU 
waar sta je nu? weken erop gaan we de toets bespreken

Slide 21 - Tekstslide

MAAK DE ZIN AF MET EEN GELDIG ARGUMENT

IK MAG STOPPEN MET DE LES, ...

Slide 22 - Tekstslide