Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende levensfasen beschrijven
Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een man beschrijven
Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw beschrijven
Slide 3 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Wat zijn geslachtskenmerken?
Geslachtskenmerken > kenmerken voor man of vrouw
Primaire geslachtskenmerken - vanaf je geboorte aanwezig - jongen > balzak en penis - meisje > vagina en schaamlippen
Secundaire geslachtskenmerken - ontstaan na begin puberteit
Slide 4 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Vruchtbaar
In de puberteit worden jongens en meisjes vruchtbaar
Nu kunnen ze geslachtcellen aanmaken
Ook wel voortplantingscellen genoemd
Mannen maken zaadcellen
Vrouwen maken eicellen
Voortplantingscellen ontstaan in de geslachtsorganen
Slide 5 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Hoe werken de geslachtsorganen van een man?
Zaadcel heeft een kop (met celkern) en een staart (om voort te bewegen) - Zaadballen gaan zaadcellen maken (vanaf puberteit) - Zaadcellen worden opgeslagen in bijballen - Zaadballen en bijballen liggen in de balzak
Zaadcel van een man + eicel van een vrouw = baby
Slide 6 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Zaadlozing
Erectie is een stijve penis
Bij een erectie gaat extra bloed naar de zwellichamen
Als een man klaarkomt krijgt hij een zaadlozing - Zaadlozing is zaadcellen met vocht
Route zaadcel: bijbal > zaadleider > langs zaadblaasjes en prostaat > urinebuis
Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe aan zaadcellen
Zaadvocht en zaadcellen samen heet sperma
Slide 7 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Wat? Maken 10.1 – Opdracht 1 t/m 10
Hoe? Blz. 8 t/m 12
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 10 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 8 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw beschrijven
Slide 9 - Tekstslide
Lesprogramma
Leerdoelen bespreken
Opwarmertje
Theorie 10.1
Maken en leren 10.1
Herhalen leerdoelen
Slide 10 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw beschrijven
Je kunt uitleggen op welke manieren je een zwangerschap kunt voorkomen
Slide 11 - Tekstslide
Maak een menstruatiecyclus
- 28 dagen
- ongesteld
- ovulatie
Slide 12 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Hoe werken de geslachtsorganen van een vrouw?
In de eierstokken zitten onrijpe eicellen in kleine blaasjes > follikels
Tijdens rijpen van eicel komt er meer vocht in follikel > follikel groeit > eicel groeit ook
Na enige tijd (1x per maand) barst follikel open > eisprong/ovulatie > rijpe eicel komt in eileider
eicel kan in eileider worden bevrucht door zaadcel > vlak voor of na eisprong
zaadcellen zwemmen vanuit vagina via baarmoeder naar eileiders
wordt de eicel niet bevrucht > sterft af en wordt afgebroken
Slide 13 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Menstruatiecyclus
Menstruatie en rijping van een eicel - cyclus begint met menstruatie en duurt gemiddeld 28 dagen - een vrouw verliest dan enkele dagen menstruatievocht (slijm met bloed) - ondertussen begint in een van de eierstokken een nieuwe eicel te rijpen
Baarmoederslijmvlies wordt dikker - na menstruatie groeit baarmoederslijmvlies aan - baarmoeder wordt geschikt om een baby te laten groeien
Eisprong (ovulatie) - 14 dagen na begin cyclus (begin menstruatie) - eicel blijft 12 tot 24 uur in leven
Baarmoederslijmvlies blijft dik - eicel niet bevrucht? Baarmoederslijmvlies sterft af en laat los. - 2 weken na de eisprong (ovulatie) begint een nieuwe cyclus
Slide 14 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Slide 15 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Wat? Maken 10.1 – Opdracht 11 t/m 19
Hoe? Blz. 12 t/m 16
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 11 t/m 19 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 16 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Hoe voorkom je een zwangerschap?
Voorbehoedmiddel > zorgt ervoor dat een vrouw niet zwanger raakt
Condoom (enige die soa's ook voorkomt) - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen
De pil - hormonen zorgen ervoor dat er geen eicellen rijpen - hierdoor geen eisprong en kan er geen bevruchting plaatsvinden - 3 weken slikken, daarna stopweek (menstruatie)
Spiraaltje - wordt in de baarmoeder geplaatst - voorkomt dat bevruchte eicel kan uitgroeien tot een baby
Pessarium - sluit de baarmoedermond af, zaadcellen kunnen de eicel niet bereiken
Slide 17 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Sterilisatie
Man - zaadleiders worden doorgesneden en afgebonden - zaadcellen kunnen de penis niet meer verlaten - wel een zaadlozing, maar zonder zaadcellen
Vrouw - eileiders worden doorgesneden en afgebonden - rijpe eicellen kunnen niet meer naar de baarmoeder - zaadcellen kunnen de rijpe eicellen niet meer bereiken - menstruatie vindt gewoon plaats
Slide 18 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Onbetrouwbare methoden
Periodieke onthouding - geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode - voordeel: geen voorbehoedsmiddelen nodig - nadeel: eisprong (vruchtbare periode) is moeilijk te bepalen
Onderbreking van de geslachtsgemeenschap ("voor het zingen de kerk uit") - vlak voor de zaadlozing de penis terugtrekken uit de vagina - voordeel: geen voorbehoedsmiddelen nodig - nadeel: de man is soms te laat met terugtrekken en in het voorvocht kunnen ook zaadcellen aanwezig zijn
Slide 19 - Tekstslide
10.1 Man en vrouw
Wat? Maken 10.1 – Opdracht 20 t/m 27
Hoe? Blz. 16 t/m 20
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 20 t/m 27 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)