[4v] Ontstaan van machtige staten (Memo H4.4)

Memo H4.4

Het ontstaan van machtige staten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Memo H4.4

Het ontstaan van machtige staten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
- uitleggen waarom vorsten hun gebieden wilden centraliseren (één maken);
- drie voorbeelden van centralisatie noemen;
- uitleggen waarom centralisatie vaak moeizaam verliep;
- aangeven waarom koningen liever niet met een parlement overlegden.
Begrippen: staatsvorming, centralisatie, eenwording, privilege, parlement, Staten-Generaal.

Slide 2 - Tekstslide

De Magna Carta
Eerlijk proces
Bijzonder is artikel 39, waarin staat dat elke vrije man recht had op rechtsbescherming en een eerlijk proces:
“No free man shall be seized or imprisoned, or stripped of his rights or possessions, or outlawed or exiled, or deprived of his standing in any other way, nor will we proceed with force against him, or send others to do so, except by the lawful judgement of his equals or by the law of the land. To no one will we sell, to no one deny or delay right or justice.”
Zegel
Het zegel van de Engelse koning Jan zonder Lan (1166-1216) waarmee hij de Magna Carta bekrachtigde.
Een bijzonder document
Historici zien de Magna Carta als een keerpunt in de staatskundige geschiedenis van Europa. Het is een van de eerste democratische wetten. Uniek was het idee dat iedereen, óók de koning, ondergeschikt was aan de wet.
Macht delen
In de Magna Carta stond dat de koning geen belastingen mocht invoeren zonder toestemming van het parlement. Voor het eerst moest de koning zijn macht delen met het parlement.

Slide 3 - Tekstslide

Uit een artikel over de Magna Carta:
Jan zonder Land had de Magna Carta wel ondertekend, onder druk, maar hij verzette zich er hevig tegen. Paus Innocentius III (ca.1160-1216) nam het voor de Engelse koning op en verklaarde de Magna Carta op 24 augustus 1215 nietig. Vervolgens excommuniceerde de paus de rebellen.
(https://historiek.net/magna-carta-1215-grote-charter/76409/)

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk waarom Jan zonder Land probeerde om de Magna Carta af te schaffen?

Slide 5 - Open vraag

Bedenk waarom de Magna Carta een voorbeeld is geweest voor mensen die in opstand kwamen tegen een koning.

Slide 6 - Open vraag

staatsvorming

Slide 7 - Woordweb

Rond 1500 waren de meeste mensen blij met de eenwording van hun land. Klopt deze uitspraak?
A
Ja, want mensen wilden dat hun land beter georganiseerd werd.
B
Nee, want meer eenheid betekent dat je minder macht krijgt.
C
Ja, want veel mensen voelden zich met elkaar verbonden.
D
Nee, want mensen wilden geen belasting betalen aan een vreemde vorst.

Slide 8 - Quizvraag

Is de Europese Unie (EU) een voorbeeld van centralisatie?
A
Ja, want de landen van de EU werken steeds meer samen.
B
Nee, want Europa is als heel lang één gebied.
C
Ja, want de landen mogen de EU niet verlaten.
D
Nee, want elk Europees land nog steeds een eigen regering.

Slide 9 - Quizvraag

Centralisatie betekent:
A
Dat een land vanuit meerdere steden bestuurd wordt
B
Dat elk gebied zichzelf bestuurt
C
Dat een vorst rekening houdt met zijn onderdanen
D
Dat een land vanuit één stad bestuurd wordt

Slide 10 - Quizvraag

Lees 'Leenheren in het voordeel' (blz. 122). Schrijf twee oorzaken op waardoor leenheren hun macht konden vergroten.

Slide 11 - Open vraag

In Memo wordt de staatsvorming in het Duitse rijk, Frankrijk en Engeland vergeleken (blz. 123). Lees 'Frankrijk' en schrijf drie oorzaken op van het succes van de staatsvorming.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

De Franse vlag
De Franse vlag kun je herkennen aan de lelies in de vlag.
De Engelse vlag
De Engelse vlag bestaat uit de Engelse leeuw en de Franse lelies. De Engelse koning was van mening dat hij ook koning was van Engeland. Dit idee was ontstaan nadat Willem van Normandië in 1066 Engeland veroverde.
Engelse boogschutters
De Engelse longbows konden over een lange afstand pijlen schieten. De pijlen konden een harnas doorboren. De meeste Engelse boogschutters waren boeren of burgers.
Franse ridders
De Franse leger bestond uit ridders (edellieden). Hun harnas was te zwaar, zodat de ridders weinig wendbaar en dus kwetsbaar waren.

Slide 14 - Tekstslide





Honderdjarige
Oorlog
(1337-1453)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waarom probeerde Karel V zijn rijk te centraliseren en welke problemen ondervond hij?

Slide 20 - Open vraag

Tenslotte...
Koningen hebben twee hobby's: kastelen bouwen en oorlog voeren. Hierdoor hebben ze altijd geld nodig.
Een koning vraagt liever geen geld (belasting) aan het parlement, want dan moet hij hen privileges afstaan. Dus: hoe vaker een vorst belasting vraagt aan het parlement, hoe meer macht hij kwijt raakt.

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Je kunt:
- uitleggen waarom vorsten hun gebieden wilden centraliseren (één maken);
- drie voorbeelden van centralisatie noemen;
- uitleggen waarom centralisatie vaak moeizaam verliep;
- aangeven waarom koningen liever niet met een parlement overlegden.
Begrippen: staatsvorming, centralisatie, eenwording, privilege, parlement, Staten-Generaal

Slide 22 - Tekstslide

Je kunt drie voorbeelden van centralisatie noemen:

Slide 23 - Open vraag

De twee hobby's van een koning zijn:
A
oorlog voeren en regeren
B
regeren en paleizen bouwen
C
overleggen met de Staten-Generaal en regeren
D
paleizen bouwen en oorlog voeren

Slide 24 - Quizvraag

Je kunt aangeven waarom koningen liever niet met een parlement overlegden.

Slide 25 - Open vraag

Ik vond deze les...
A
onduidelijk
B
afwisselend
C
duidelijk
D
saai

Slide 26 - Quizvraag