Ontwikkelingspsychologie: Puber & Adolescent

Ontwikkelingspsychologie

 Puber & Adolescent


Beroepsoriëntatie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie

 Puber & Adolescent


Beroepsoriëntatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
1. AWR 
2. Eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie 
5. Aan de slag 
6. Evaluatie les
7. Check lesdoelen
8. Huiswerk & Afsluiting + vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut kennis ontwikkeling van de mens
Het is belangrijk om de gemiddelde ontwikkeling van de mens te begrijpen, zodat je kunt signaleren hoe de ontwikkeling van cliënten verloopt. Dit helpt bij het bepalen van de juiste ondersteuning die nodig is in hun specifieke ontwikkelingsfase en -gebied.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
In de week van 20 januari geef je een presentatie voor de halve groep over elke behandelde fase binnen de ontwikkelingspsychologie.


Elke les maak jij minimaal 1 slide van jouw aantekeningen 
van de theorie
Er zijn 6 lessen ontwikkelingspsychologie. 
Slide mag in Powerpoint/Prezi/knippen&plakken/Canva/ect. Vorm is vrij

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblikken
Welke leeftijd heef het schoolkind?

Noem iets dat een schoolkind nog niet kan als kleuter, maar wel als groep 8'er?

Wat is jou het meest bijgebleven over het schoolkind en waarom?


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- Kan ik de belangrijkste kenmerken van de vijf ontwikkelingsgebieden (cognitief, sociaal, emotioneel, fysiek en persoonlijkheid) benoemen van pubers en adolescenten.

- Kan ik de belangrijkste kenmerken van de ontwikkeling van de puberteit en adolescentie benoemen en toelichten met eenvoudige voorbeelden.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsfase

Puber = 12 tot 16 jaar
Adolescent = 16 tot 21 jaar

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken puber
1. Ze worden zelfstandiger,
2. ontwikkelen hun eigen identiteit,
3. gaan nadenken over wat zij belangrijk en interessant vinden,
4. in deze periode emotioneel reageren,
5. slecht kunnen plannen,
6. snel afgeleid zijn,
7. veel met zichzelf bezig zijn en
8. meer contact hebben met leeftijdsgenoten dan voorheen
9. Humeurig en moe
10. Lichamelijke ontwikkeling
11. Seksualiteit speelt een steeds grotere rol
12. Groepsdruk speelt een rol
13. Experimenteren meer, gevaren niet zien

Kenmerken adolescent
1. leert omgaan met regels, afspraken en conflicten
2. is vooral bezig met zelfstandig worden.
3. gericht om wederkerige en intieme relaties op te bouwen.
4. denken genuanceerd. Een adolescent laat het kritisch denken los en gaan genuanceerd denken. Dit betekent dat ze zaken minder eenzijdig bekijken.
5. de mensenkennis en het inlevingsvermogen nemen toe.
6. ontwikkelt eigen ideeën, standpunten en een eigen visie op het gebied van geloof, politiek, economie en milieu.
7. zijn vaak idealistisch: ze hebben ook nog een heel leven voor zich.
Veel voorkomende idealen zijn bijvoorbeeld; gelukkig gezinsleven starten, het krijgen en opvoeden van kinderen, verder leren en zich verder ontwikkelen, zo lang ze nog niet volwassen zijn, is vrijheid het grootste ideaal!
8. De beroepskeuze: werken of verder leren? Er zijn grote verstandelijke verschillen: de ene wil praktisch zijn en de andere wil nog graag veder leren en studeren want deze keus is van grote invloed op hun volwassen leven.
9. zowel ouder als vriendengroep belangrijk.
10. maken hun eigen identiteit veel duidelijker, ze maken keuzes voor de toekomst.
11. kiezen een beroep, studie, partner en hun vrienden. Ook kunnen de keuzes wat ze maken definitief zijn, maar vaak zijn ze voorlopig.
12. kun je verschillende stressfactoren tegen komen, bijvoorbeeld dat het werk wat je nu doet, niet bevalt. Dat je een intieme relatie hebt, dat niet goed verloopt. Contact met je ouders wat minder goed loopt, dit levert allemaal stress op.

Pubertijd of Puberteit?
De puberTIJD staat voor de leeftijdsperiode van 12 tot 16 jaar
De puberTEIT staat voor de biologische periode waarin alle veranderingen plaatsvinden


Het ene kind is sneller dan het andere, 
bij sommige begint de puberteit al rond hun 10de.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsgebieden
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Persoonlijkheidsontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Emotionele ontwikkeling
  • Fysieke ontwikkelingen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Pubers denken al slimmer, hun denkwijze is verbeterd. 
Ze lossen problemen logischer op en testen oplossingen systematisch. 
Zoals het repareren van een kapotte fiets

Toch zien ze zichzelf vaak als het middelpunt, zijn koppig, denken in extremen en nemen vaak grote risico's omdat hun hersenen beloningen op korte termijn extra aantrekkelijk vinden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een reden dat pubers risicovol gedrag vertonen?
A
Ze voelen zich het middelpunt van de wereld
B
Ze denken dat ze alles al weten
C
Gevoeliger voor spanning en beloningen
D
Ze denken vaak in extremen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Adolescentie bouwt voort op de pubertijd, nieuw onderzoek toont aan dat de hersenen pas klaar zijn met groeien rond je 25ste. 

In deze fase leer je Metacoginitie. 
Nadenken over je eigen denken, leren en onthouden. 
Het geheugen groeit ook mee, waardoor het opslaan van informatie steeds makkelijker wordt & je wereldbeeld verbreed.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van metacognitie bij adolescenten?
A
Direct oplossingen proberen zonder na te denken
B
Nadenken over hoe je leert en onthoudt
C
Denken dat je alles weet
D
Dingen letterlijk begrijpen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Moreel is eerst gebaseerd op straf voorkomen of iets verdienen. 
Pubers denken bij hun keuzes vooral ook aan hun vrienden en wat er verwacht wordt door de groep. Niet zo zeer de gevolgen.
Adolescenten gaan verder en houden rekening met wat goed is voor de hele maatschappij. 

Bijvoorbeeld, een puber sloopt een bushokje voor de lol met vrienden, terwijl een adolescent dat niet doet omdat het anderen lastigvalt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsontwikkeling
Tijdens de puberteit ontwikkelen pubers hun autonomie en maken ze zich los van hun ouders:

Differentiatiefase (12-14 jaar):
Jongeren benadrukken verschillen met hun ouders. Ze zijn het niet eens met hun standpunten en kunnen zich voor hen schamen. 

Uitvoeringsfase (14-16 jaar):
Jongeren experimenteren en zetten zich af tegen hun ouders. Vrienden worden belangrijker, wat spanningen kan veroorzaken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsontwikkeling
Tijdens de adolescentie wordt de focus verlegd naar het vormen van een eigen identiteit:

Verbindingsfase (16-20 jaar):
Jongeren experimenteren en binden zich aan waarden en keuzes, zoals school, werk, relaties, seksualiteit, vriendschappen, politieke voorkeuren. 

Integratiefase (20+ jaar):
Hier combineren jongvolwassenen hun keuzes met sociale rollen en verantwoordelijkheden. 
Mits de vorige fases succesvol doorlopen zijn, gebrek aan experimenteren en/of verbindingen kunnen hier invloed op hebben. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontwikkelen jongeren hun identiteit in het individualisatieproces?
A
Door experimenteren en definitieve keuzes te maken
B
Door losmaken, experimenteren, binden en integreren
C
Door afhankelijk te blijven van hun ouders
D
Door keuzes te maken zonder te experimenteren

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ontwikkeling
Tijdens de puberteit worden vrienden steeds belangrijker en hebben zij veel invloed, terwijl ouders wat meer op de achtergrond raken. Het gezin blijft echter een veilige basis. 

Pubers hechten veel waarde aan loyaliteit en wederkerigheid in vriendschappen: ze steunen elkaar, begrijpen elkaar en delen met elkaar. Dit is ook de tijd waarin de eerste verliefdheden en verkeringen ontstaan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ontwikkeling
In de adolescentie verschuift de focus naar vriendengroepen, waarbij sociale vaardigheden & inlevingsvermogen verder ontwikkelen. Het is belangrijk zich geaccepteerd te voelen.

Groepen bieden steun en een plek om jezelf te zijn, maar kunnen ook negatieve invloed hebben, bijvoorbeeld door groepsdruk om risicovol gedrag te vertonen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat liet het tweede jongetje zien door alsnog zelf ook door te springen?
A
Stupiditeit
B
Zwaar roekeloos gedrag
C
Loyaliteit
D
Moed

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ontwikkeling

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ontwikkeling
Hormonen, hersenontwikkeling en lichamelijke veranderingen zorgen voor intense emoties, zoals neerslachtigheid, angst en stemmingswisselingen bij pubers.

Pubers voelen zich vaak onzeker over zichzelf, maar leren gaandeweg omgaan met hun gevoelens en ontwikkelen meer emotioneel bewustzijn.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ontwikkeling
Emoties worden minder heftig bij adolescenten, maar angst en verdriet komen vaker voor. 

Angst ontstaat door afwijzing of negatieve reacties van leeftijdsgenoten, terwijl verdriet vaak voortkomt uit liefdesverdriet of beëindigde relaties.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwikkeling

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwikkeling
In de puberteit  vinden dus snelle lichamelijke veranderingen plaats. Jongens en meisjes ontwikkelen secundaire geslachtskenmerken. 

Door deze veranderingen ontstaat interesse in seksualiteit, vaak gepaard met experimenteren zoals masturberen en het vergroten van eigen aantrekkelijkheid door kleding of gedrag.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwikkeling
De eerste seksuele ervaringen vinden vaak plaats in de adolescentiefase. Dit begint meestal met tongzoenen, gevolgd door aanrakingen en uiteindelijk geslachtsgemeenschap, gemiddeld rond het zeventiende jaar. 
De meeste adolescenten zijn heteroseksueel, maar sommigen ontdekken in deze fase een andere seksuele voorkeur, zoals homoseksualiteit of biseksualiteit.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puber
Adolescent

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar sta jij in jouw ontwikkeling?
Begin puberteit
Eind puberteit
Begin adolescentie
Eind adolescentie
Begin volwassenen

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Maak een slide met al jouw aantekeningen van de les
Zorg dat het inzichtelijk is wat een 'normale' ontwikkeling omvat

Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie
1.6 - Puber
1.7 - Adolescent


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie van de  les

Kies een zin en maak deze zin af.​


  • Het leukste deel van de les vond ik……​
 
  • Het moeilijkste deel van de les vond ik……​

  • Wat ik voor de les nog niet wist……​

  • Wat me het meest is bijgebleven…….​



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen check: 

Aan het einde van de les:

- Kan ik de belangrijkste kenmerken van de vijf ontwikkelingsgebieden (cognitief, sociaal, emotioneel, fysiek en persoonlijkheid) benoemen van pubers en adolescenten.

- Kan ik de belangrijkste kenmerken van de ontwikkeling van de puberteit en adolescentie benoemen en toelichten met eenvoudige voorbeelden.




Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk & Afsluiting (+vooruitblik)

Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie  
  • 1.9 - Jong volwassenen
  • 1.10 - Midden volwassenen
  • 1.11 - Laat volwassenen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bedankt voor jullie aandacht!  

Vragen
&
Feedback 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies