herhaling au à la, ww -re en voir dire

wat gebeurt er bij werkwoorden met re in de passé composé?
A
re wordt i
B
re wordt é
C
er gebeurt niks
D
re wordt u
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

wat gebeurt er bij werkwoorden met re in de passé composé?
A
re wordt i
B
re wordt é
C
er gebeurt niks
D
re wordt u

Slide 1 - Quizvraag

Werkwoorden op -re
Nous ..... (vendre, présent) la maison.
A
vendons
B
vendez
C
vendent
D
vendont

Slide 2 - Quizvraag

werkwoorden op -RE / present
Il .............(vendre)
hij verkoopt
A
vends
B
vende
C
vend
D
vendes

Slide 3 - Quizvraag


A
J'ai mal au genou.
B
J'ai mal à la genou.
C
J'ai mal aux genou.
D
J'ai mal à l'genou.

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
J'ai mal à le ventre
B
J'ai mal au ventre
C
J'ai mal aux ventres

Slide 5 - Quizvraag

j'ai mal ... mains
A
à la
B
aux
C
au
D
à l'

Slide 6 - Quizvraag

présent, voir, nous

Slide 7 - Open vraag

passé composé, voir, il

Slide 8 - Open vraag

Il (dire) la vérité.
A
dit
B
disent
C
dis
D
as dit

Slide 9 - Quizvraag

Vous (dire) la vérité.
A
disez
B
direz
C
dites
D
ditez

Slide 10 - Quizvraag

C'est la fin






Fijne vakantie

Slide 11 - Tekstslide