Werkwoorden op '-ir' = i (choiss
ir - choisi, fin
ir - fini)
Werkwoorden op '-re' = u (vendre - vendu, répondre - répondu)
Werkwoorden op - oir verandert in u (voir - vu, vouloir- voulu)
onregelmatige werwoorden, leer je uit het hoofd! * prendre - pris, savoir - su, pourvoir - pu, etc...