In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ecologie
Mw. de Koning
2019/2020
2H
Slide 1 - Tekstslide
Abiotische factor
Biotische factor
Temperatuur
Roofdieren
Voedsel
Neerslag
Bacterie
Bescherming door struiken
Slide 2 - Sleepvraag
Vragen over huiswerk BS 1?
Slide 3 - Tekstslide
BS 2 Voedselrelaties en BS 9 Autotroof en heterotroof
Slide 4 - Tekstslide
Begrippen BS 2
Planteneters
Vleeseters
Voedselketen
Voedselweb/ voedselnet
Alleseters
Mineralen
Producenten
Consumenten
Consumenten van de 1e/ 2e orde
Afvaleters
Reducenten
Kringloop
Slide 5 - Tekstslide
Voedsel
Indeling in de Biologie naar
welk type voedsel je eet:
1. planteneters
2. vleeseters
(3. alleseters)
Kijk even goed naar dit plaatje,
wat zijn de vleeseters?
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn de vleeseters in dit plaatje?
A
Alleen de zeehond
B
Zeehond en kabeljauw
C
Zeehond, kabeljauw en haring
D
Zeehond, kabeljauw, haring en krill
Slide 7 - Quizvraag
Voedselketen wad
De organismen op het wad vormen een voedselketen:
Algen -> krill -> haring -> kabeljauw -> zeehond
Slide 8 - Tekstslide
Voedselweb
Binnen een ecosysteem is er nooit maar 1 voedselketen, alle voedselketens samen vormen een voedselweb.
Slide 9 - Tekstslide
Rollen in een voedselketen
Producenten:
Planten staan altijd onderaan een voedselketen.
Zij zijn in staat tot fotosynthese:
water + koolstofdioxide + zonlicht -> glucose + zuurstof
Slide 10 - Tekstslide
Producenten
Uit die glucose kan de plant allerlei andere stoffen maken om te groeien (vruchten, bloemen, bladeren, stengel). Hiervoor heeft hij ook mineralen uit de bodem nodig.
Je noemt de planten producenten.
Slide 11 - Tekstslide
Rollen in een voedselketen
Dieren eten de planten en gebruiken de stoffen die de planten hebben geproduceerd.
Die dieren heten consumenten.
Ook dieren die dieren eten heten consumenten.
Slide 12 - Tekstslide
Consumenten
Je kunt de consumenten op volgorde in de voedselketen nummeren.
Producenten worden gegeten door consumenten van de eerste orde. Die worden gegeten door consumenten van de tweede orde, enz.
Slide 13 - Tekstslide
Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
Slide 14 - Tekstslide
Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
A
Consument van de 1e orde
B
Consument van de 2e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Consument van de 4e orde
Slide 15 - Quizvraag
Welke rol(len) heeft de baviaan in dit voedselweb?
Slide 16 - Tekstslide
Welke rol(len) heeft de baviaan in dit voedselweb?
A
Consument van de 2e orde
B
Consument van de 2e en de 4e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Consument van de 3e en de 5e orde
Slide 17 - Quizvraag
Rollen in een voedselketen
Dode planten en dieren worden gegeten door afvaleters (pissebedden, regenwormen, enz).
Dit zijn ook consumenten.
Slide 18 - Tekstslide
Rollen in een voedselketen
De laatste schakel wordt gevormd door de reducenten: de schimmels en bacteriën die het dode materiaal helemaal omzetten naar mineralen, water en koolstofdioxide.
Slide 19 - Tekstslide
Kringloop
De producenten, consumenten, afvaleters en reducenten vormen een kringloop.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat zijn de producenten in een voedselketen in de zee?
Slide 22 - Open vraag
BS 9 Autotroof en heterotroof
Organismen die als voedsel geen andere organismen nodig hebben noem je autotroof.
Auto = zelf
Troof = voeden
Slide 23 - Tekstslide
BS 9 Autotroof en heterotroof
Organismen die als voedsel wel andere organismen nodig hebben noem je heterotroof.