Stellingen vdh par 2 t/m 4
Op een grootschalige kaart zie je een groot gebied.
A
goed
B
fout
1 / 41
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Op een grootschalige kaart zie je een groot gebied.
A
goed
B
fout
Slide 1 - Quizvraag
Slide 2 - Tekstslide
De absolute afstand is de hemelsbrede afstand uitgedrukt in kilometer.
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
Suburbanisatie is een proces waarbij mensen en bedrijven vanuit het platteland naar een stad trekken.
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
Een voorbeeld van een werelddeel met een hoog verstedelijkingstempo is Europa.
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Gentrification is een proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en daarna bewoond door rijkere burgers.
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
CBD staat voor Central Business District.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Een stad die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel heet een koloniale dubbelstad.
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quizvraag
Een wereldkaart is grootschalig.|
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Aan de verstedelijkingsgraad kun je zien welk percentage van de bevolking in steden woont
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
Als je vanuit grote steden verhuisd naar plaatsen rond de stad, heet dat suburbanisatie
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Het proces waarbij de uittocht uit de stad wordt gestopt en de stad weer groeit, noem je re-urbanisatie
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
Suburbs liggen meestal in het centrum van de stad.
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
Een kenmerk van een stad is dat er veel hoogbouw is.
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
Een stad ligt aan een rivier. Je noemt dit de situation van de stad.
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Als de schaal 1:5000000 is dan is 1 cm 50 km.
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Een grote stad is altijd een wereldstad.
A
goed
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
Parijs ligt aan de Seine, dit is de site.
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
De volgorde verstedelijking-suburbanisatie-re-urbanistatie klopt.
A
goed
B
fout
Slide 19 - Quizvraag
De grens tussen stad en platteland vervaagd steeds meer door suburbanistatie.
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
CBD is een synoniem voor sloppenwijken.
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
Amsterdam ligt gunstig voor verbinding met andere steden, dit kenmerk heet de situation.
A
goed
B
fout
Slide 22 - Quizvraag
In suburbs wonen vooral de arme mensen.
A
goed
B
fout
Slide 23 - Quizvraag
Een kenmerk van een krottenwijk is dat er een lage woningdichtheid is.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
Dat een plaats in een vruchtbaar gebied ligt, zijn de kenmerken van de site.
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quizvraag
Een getto is een arme probleemwijk.
A
goed
B
fout
Slide 26 - Quizvraag
Als mensen van het platteland naar de stad verhuizen heet dat suburbanisatie.
A
goed
B
fout
Slide 27 - Quizvraag
Het verschil tussen site en situation is dat het bij de site gaat over het gebied waarin een stad ligt, en bij de situation gaat het over de ligging van de plaats ten opzichte van andere plaatsen.
A
goed
B
fout
Slide 28 - Quizvraag
Hoe lager de verstedelijkingsgraad, hoe rijker het land.
A
goed
B
fout
Slide 29 - Quizvraag
Met de re-urbanisatie trekken mensen naar de steden
A
goed
B
fout
Slide 30 - Quizvraag
Van een primate city zijn er meerdere in een land.
A
goed
B
fout
Slide 31 - Quizvraag
Als er meer dan 10 miljoen mensen in een stad wonen noem je dat een megastad.
A
goed
B
fout
Slide 32 - Quizvraag
De verbindingen naar een stad zeggen iets over de site.
A
goed
B
fout
Slide 33 - Quizvraag
Een koloniale dubbelstad bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel.
A
goed
B
fout
Slide 34 - Quizvraag
Of een stad langs een rivier ligt zegt iets over de situation.
A
goed
B
fout
Slide 35 - Quizvraag
De situation van een stad gaat over de kenmerken van een gebied.
A
goed
B
fout
Slide 36 - Quizvraag
Aan de verstedelijkingsgraad kun je zien hoeveel procent van de bevolking in steden woont.
A
goed
B
fout
Slide 37 - Quizvraag
Een ander woord voor suburbanisatie is re-urbanisatie.
A
goed
B
fout
Slide 38 - Quizvraag
Een kleinschalige kaart gaat over een klein gebied.
A
goed
B
fout
Slide 39 - Quizvraag
De relatieve afstand kan veranderen.
A
goed
B
fout
Slide 40 - Quizvraag
Uitleg?
vdh en par. 2 t/m 4:
vdh en par. 2 t/m 4:
