Havo 5: Dadaïsme en Surrealisme

DADAÏSME 1916-1923
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DADAÏSME 1916-1923

Slide 1 - Tekstslide

DADAÏSME
  • Begonnen als een protestbeweging tegen de     burgerlijke cultuur met haar traditionele opvattingen. 
  • Reactie op verschrikkingen WO1. 
  • Staat voor afschaffing van logica, goede manieren,   herinneringen. 
  • De kunstenaars van dada hielden zich bezig met mengvormen van beeldende kunst, poëzie, theater
    e
    n grafisch ontwerp.

ALGEMEEN

Slide 2 - Tekstslide

DADAÏSME
  • De kunstenaars zien Dada als levenshouding niet als   kunststijl.

  • Elke vorm van schoonheid wordt opzettelijk   verworpen.  
  • Maken gebruik van toeval bij het maken van hun   composities


ALGEMEEN

Slide 3 - Tekstslide

DADAÏSME
  • Niet realistisch kleurgebruik
  • Compositie druk en chaotisch
  • Weinig vormeenheid
  • Readymade (objets trouvé)
  • Bedoeld als antikunst
  • Onconventionele technieken
  • Toeval, spot, absurditeit en kritiek
KENMERKEN

Slide 4 - Tekstslide

COLLAGE
Kurt Schwitters 
the docter
1919
DADAÏSME

Slide 5 - Tekstslide

COLLAGE
Kurt Schwitters
DADAÏSME

Slide 6 - Tekstslide

BEELDHOUWKUNST
Marcel Duchamp
Fountain 
1917
Ontstaan van Ready Mades
  • Kant en klare kunst 
  • Marcel Duchamp is de eerste die     met ready mades werkt. 

DADAÏSME

Slide 7 - Tekstslide

SCHILDERKUNST
Marcel Duchamp
Mona Lisa met snor

DADAÏSME

Slide 8 - Tekstslide

Dadaïsme (schilderkunst)
Dadaïsme (beeldhouwkunst)

Slide 9 - Tekstslide

Surrealisme

Slide 10 - Tekstslide

             Surrealisme

De belangrijkste vernieuwende stroming na 1925.


Slide 11 - Tekstslide

Surrealisme
  • Fantasie
  • Vreemde objecten, vormen en patronen
  • Alledaagse en niet-alledaagse voorwerpen worden verbonden

Slide 12 - Tekstslide

Surrealistisch
manifest
André Breton inspiratie: Freud!

De wetten van de logica en het gezond verstand gelden niet in dromen = de 'surrealiteit'.
Oproep: niet laten beperken door wat zichtbaar is, maar op zoek gaan naar het onbewuste. Onze werkelijke drijfveren. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is Surrealisme?
Surrealiteit boven realiteit!

onverwacht
verrassend
schokkend

Herkenbaar, maar niet realistisch!

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijke kunstenaars:
Marcel Duchamp

René Magritte

Salvador Dali

Slide 15 - Tekstslide

Surrealisme

Slide 16 - Tekstslide

René Magritte

associaties

Loslaten van de logica
In dromen kan veel meer.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Jullie kennen allemaal een Dali: 
in 1969 ontwierp hij het logo op de verpakking van Chupa Chups lollies :-)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke kenmerken horen bij dadaïsme? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
anti-kunst, anti-burgerlijk
B
vervormingen van de werkelijkheid
C
readymades
D
collagetechniek

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 1
op de afbeelding zie je een collage uit 1923 van de Duitse kunstenaar Kurt Schwitters. Hij noemde zijn kunst Merz , een woord dat ontstond toen hij voor een collage het woord 'Kommerzbank '  verknipte

Slide 23 - Tekstslide

Schwitters Merz-kunst is te rangschikken onder Dada
Noem 3 dadaïstische kenmerken

Slide 24 - Open vraag

Vraag 2
Schwitters kwam regelmatig in Nederland, waar hij contact had met kunstenaars van de Stijl. Hij voelde verwantschap met de uitgangspunten van deze beweging

Slide 25 - Tekstslide

Noem twee aspecten van de collage waaruit de verwantschap met De Stijl blijkt.

Slide 26 - Open vraag

Vraag 3
Schwitters verzamelde overal materiaal voor zijn collages, zoals kaartjes, folders en verpakkingen, meestal met teksten erop. Ook op het schilderij van Wallerant Vaillant, 1658 (zie hiernaast) zijn teksten te zien. Die maken deel uit van de voorstelling, terwijl de teksten bij Schwitters eerder een beeldende functie hebben.

Slide 27 - Tekstslide

Noem twee aspecten waaraan je kunt zien dat de teksten bij Schwitters vooral een beeldende (vormgeving) functie hebben. Leg ook uit welke beeldende functie zij hebben.

Slide 28 - Open vraag

SURREALISME

Slide 29 - Tekstslide

Surrealisme betekent letterlijk
A
zeer onbewust
B
boven de werkelijkheid
C
boven de fantasie
D
zeer realistisch

Slide 30 - Quizvraag

Vraag 1
Op de afbeelding zie je een werk uit 2011 van de Tsjechische kunstenaar
Kristof Kintera. Op een bestaande kantoorstoel goot hij roze kunsthars.

Slide 31 - Tekstslide

De stoel doet nu denken aan een kunstobject van de surrealisten.
Bespreek twee kenmerken van het object op de afbeelding die typerend
zijn voor kunst van het surrealisme.

Slide 32 - Open vraag

Vraag 2
Op de figuur  hiernaast staat de stoel van Kintera in een kantooromgeving

Slide 33 - Tekstslide

De stoel heeft als titel Lida, de naam van een vrouw. Dat beïnvloedt de
interpretatie van de installatie op de afbeelding.

Leg uit welke inhoud wordt gesuggereerd met deze installatie.

Slide 34 - Open vraag