Unité 2, 3 havo

Unité 2, havo 3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Unité 2, havo 3

Slide 1 - Tekstslide

Apprendre 1

Slide 2 - Tekstslide

verhuizen
A
déménager
B
l'étranger
C
choisir
D
le commerce

Slide 3 - Quizvraag

de moedertaal
A
la langue étrangère
B
la langue maternelle
C
la communication

Slide 4 - Quizvraag

vloeiend spreken
A
parler vite
B
parler français
C
parler couramment
D
étudier

Slide 5 - Quizvraag

het profiel
A
le métier
B
le bac
C
la formation
D
la filière

Slide 6 - Quizvraag

de onderneming
A
l'économie
B
étudier
C
mondial
D
l'entreprise

Slide 7 - Quizvraag

het begrip
A
la compréhension
B
apprendre
C
les études
D
l'échange

Slide 8 - Quizvraag

Apprendre 2

Slide 9 - Tekstslide

puis
A
ver
B
de kans
C
het rooster
D
daarna, vervolgens

Slide 10 - Quizvraag

l'opportunité
A
de droom
B
de kans
C
vrienden maken
D
de kosten

Slide 11 - Quizvraag

de mieux en mieux
A
steeds meer
B
steeds vaker
C
steeds beter
D
steeds slechter

Slide 12 - Quizvraag

se débrouiller
A
zich redden
B
vrienden maken
C
het gastgezin
D
het onderkomen

Slide 13 - Quizvraag

honnêtement
A
kwaad
B
voldoende
C
steeds beter
D
eerlijk gezegd

Slide 14 - Quizvraag

toekomst
A
le future
B
la future
C
l'avenir
D
le avenir

Slide 15 - Quizvraag

les frais
A
de aardbeien
B
de kosten
C
de korting
D
het gastgezin

Slide 16 - Quizvraag

Apprendre 3

Slide 17 - Tekstslide

jij weet
A
tu sait
B
tu sais
C
tu savais
D
tu savoir

Slide 18 - Quizvraag

wij weten
A
nous saivons
B
nous saitons
C
nous savoir
D
nous savons

Slide 19 - Quizvraag

zij weten
A
ils savent
B
ils sait
C
ils savez
D
saivent

Slide 20 - Quizvraag

ik heb geweten
A
je suis su
B
je savoir
C
j'ai su
D
j'ai savu

Slide 21 - Quizvraag

wij hebben geweten
A
nous avons su
B
nous savons
C
nous avez su
D
nous su

Slide 22 - Quizvraag

jullie hebben geweten
A
vous savez
B
vous saviez
C
vous avez su
D
vous êtes su

Slide 23 - Quizvraag

ik wist
A
je savait
B
je savais
C
je savoir
D
je sais

Slide 24 - Quizvraag

zij wisten
A
ils savent
B
ils savaient
C
ils savieant
D
ils saveaint

Slide 25 - Quizvraag

ik kan gitaar spelen
A
je peux jouer de la guitare
B
je joue de la guitare
C
je sais jouer de la guitare
D
je fais de la guitare

Slide 26 - Quizvraag

Apprendre 4

Slide 27 - Tekstslide

prendre la parole
A
het woord voeren
B
aan het eind van
C
de pauze
D
alleen maar

Slide 28 - Quizvraag

épeler
A
de lift
B
de sleutel
C
zich bevinden
D
spellen

Slide 29 - Quizvraag

le passeport
A
de creditcard
B
het paspoort
C
de sleutel
D
de gang

Slide 30 - Quizvraag

se trouver
A
vinden
B
zich bevinden
C
zoeken
D
zich zoeken

Slide 31 - Quizvraag

le séjour
A
de lift
B
het verblijf
C
welkom
D
zeker

Slide 32 - Quizvraag

seulement
A
alleen maar
B
simpelweg
C
in het begin
D
samen

Slide 33 - Quizvraag

comparer
A
zakken
B
openen
C
vergelijken
D
alleen maar

Slide 34 - Quizvraag

prendre la parole
A
het woord voeren
B
welkom
C
in het begin
D
de gang

Slide 35 - Quizvraag

Apprendre 5

Slide 36 - Tekstslide

de futur is een tijd in ...
A
het verleden
B
het heden
C
de toekomst

Slide 37 - Quizvraag

Om de futur te vormen, doe je
............ + uitgangen
A
stam
B
hele werkwoord

Slide 38 - Quizvraag

je parlerai
A
ik ga praten
B
ik zal praten
C
ik zou praten
D
ik wil praten

Slide 39 - Quizvraag

jij zal praten
A
tu parles
B
tu parler
C
tu parleras
D
tu parlas

Slide 40 - Quizvraag

wij zullen teruggaan
A
nous rentrer
B
nous rentrerons
C
nous rentrerions
D
nous rentrons

Slide 41 - Quizvraag

hij zal vertrekken
A
il partira
B
il parta
C
il partra
D
il part

Slide 42 - Quizvraag

u zult verhuizen
A
vous déménagerez
B
vous déménager
C
vous déménagez
D
vous déménageriez

Slide 43 - Quizvraag

ik zal zijn
A
je suis
B
j'étais

Slide 44 - Quizvraag


A

Slide 45 - Quizvraag