paragraaf 3.3

Welkom...

bij economie!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom...

bij economie!

Slide 1 - Tekstslide

Programma voor vandaag:
- Lesdoel
-  Wat weet je al?
- Uitleg
- Zelfstandig aan het werk
-Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Het lesdoel
"Aan het einde van deze les weet je welke soorten leningen er zijn, wat redenen kunnen zijn om een lening af te sluiten (leenmotieven) en wat de kosten van een lening zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al van het lesdoel?
Op de volgende slide zie je de afbeelding die we de vorige les ook bekeken. Toen keken we vanuit het sparen perspectief, nu kijken we naar het lenen.

Slide 4 - Tekstslide

rol van de bank

Slide 5 - Tekstslide

Wat leren we vandaag en waarom leren we dat?
Vandaag leren we welke redenen mensen hebben om te lenen en dat het lenen ook geld kost!
Daarnaast bekijken we welke leenvormen er mogelijk zijn.

Het is belangrijk om te weten wat de voor en nadelen zijn van lenen, zodat je weet wat de gevolgen van lenen zijn op het moment dat je zelf een keer een lening gaat afsluiten.

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

geld lenen bij de bank
Je kunt een lening afsluiten bij de bank voor je aankopen:
  • consumptief krediet (voor bijv. apparaten, scooter, computer);
  • hypothecaire lening (voor het kopen van een huis).

Slide 8 - Tekstslide

Leenmotieven
  • Tijdelijk geldtekort
  • Nu iets kopen (het is belangrijk dat het gebruik van hetgeen je koopt langer duurt dan de looptijd van de lening)
  • Plotseling dringend geld nodig

Slide 9 - Tekstslide

Kredietvormen

Consumptief krediet (bank):

  • persoonlijke lening (lenen en terugbetalen in afgesproken termijnen);
  • doorlopend krediet (wat afgelost is mag opnieuw opgenomen worden);
  • salariskrediet (rood staan bij de bank).


Consumptief krediet (winkel):

  • koop op afbetaling (meteen eigenaar);
  • huurkoop (pas eigenaar na aflossing).


Slide 10 - Tekstslide

Hypothecaire lening (hypotheek)





Lening voor de aankoop van een huis of stuk grond.


Kenmerken:

  • Het huis of het stuk grond is onderpand. Als je de termijnen niet kunt betalen, verkoopt de bank het onderpand om de hypotheek af te lossen.
  • Lage rente: de bank loopt minder risico dan bij een lening zonder onderpand. Daarom is de rente bij een hypotheek lager dan bij een gewone lening.


Slide 11 - Tekstslide

Kredietkosten

Als je geld leent, krijg je te maken met verschillende kosten:

  • aflossing: terugbetaling van het leenbedrag;
  • rente: een percentage van het leenbedrag als vergoeding voor het lenen.

Je betaalt kredietkosten meestal op 
vaste momenten in maandelijkse termijnen.


Slide 12 - Tekstslide

Kredietkosten berekenen
  • Krediet = lening
  • Kredietkosten = (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
    Rekenvoorbeeld
    Ik leen € 3.000 en betaal terug in maandelijkse termijnen van elk 
    € 148. Looptijd is twee jaar. Bereken de kredietkosten.
    >> (24 x € 178 ) - € 3.000 = € 552

    Slide 13 - Tekstslide

    Hammid koopt een tv. Als Hammid direct betaalt is de verkoopprijs € 500.
    Hammid kiest er echter voor om de tv in termijnen te betalen.
    Hammid betaalt 12 termijnen van € 50.

    Bereken de kredietkosten.


    A
    € 50,00
    B
    € 100,00
    C
    € 500,00
    D
    € 600,00

    Slide 14 - Quizvraag

    Welke redenen zijn er om te lenen?

    Slide 15 - Open vraag

    Noem drie verschillende kredietvormen.

    Slide 16 - Open vraag

    Je leent € 1.000 en betaald in dit terug in maandelijkse termijnen van € 25. De looptijd van de lening is 4 jaar.

    Bereken de kredietkosten.
    A
    €1.300
    B
    €300
    C
    €1.200
    D
    €200

    Slide 17 - Quizvraag

    Voor de aankoop van een caravan sluiten je ouders een lening af van € 10.000 met een looptijd van 2 jaar.

    Bereken de kredietkosten.

    Slide 18 - Open vraag

    Zelfstandig aan het werk:
    Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 3.3
    Dit is huiswerk voor de volgende les.

    Slide 19 - Tekstslide

    Paragraaf 3.3 moet de volgende les af zijn.

    Huiswerk??

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Video