Kahoot H4 woordenschat + start H4 lezen

maandag - start les 
Nodig: H4 woordenschat (vanaf blz. 102)  + H4 lezen blz.90
camera aan - microfoon uit - actieve deelname
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

maandag - start les 
Nodig: H4 woordenschat (vanaf blz. 102)  + H4 lezen blz.90
camera aan - microfoon uit - actieve deelname

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1. Opening ~2 min
2. Kahoot H4 woordenschat ~10 min 
3. Stukje uitleg H4 lezen ~5 min 
4. Zelfstandig aan de slag 


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Aan het einde vd les ben je aan de slag geweest met voorvoegsels en achtervoegsels
2. Aan het einde vd les ken je de volgende begrippen: feiten, meningen en argumenten.

Slide 3 - Tekstslide

KAHOOT

Slide 4 - Tekstslide

Feiten, meningen en argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Feit
Je kan dit controleren

Vroomshoop heeft ongeveer 8700 inwoners.
De docent gym houdt van sporten.

Slide 6 - Tekstslide

Mening
Wat iemand vindt.
Je kan het eens of oneens zijn met een mening

Ik hou van sporten.
Ik vind dit een mooi gebouw.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten
Uitleggen waarom je iets vindt.
omdat, want, daarom, namelijk


Ik hou van sporten, omdat ik dan mijn energie kwijt kan.
Ik vind dit gebouw mooi, want het heeft mooie vormen.



Slide 8 - Tekstslide

Hoe herken je ze nu?
  • Kijk of je het kunt controleren. Ja: het is een feit. Nee: het is een mening.
  • Een mening herken je vaak aan: Ik vind, Volgens mij.
  • Een argument herken je aan: want, omdat, daarom en namelijk 

Slide 9 - Tekstslide

Feit / mening / argument
HERHALING
Feit= controleerbaar. Het kan waar of onwaar zijn.
Mening/standpunt= wat iemand vindt van iets. Het verschilt per persoon. Je kunt het ermee eens/oneens zijn. 
Argument= de uitleg waarom iemand een bepaalde mening heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Nu: zelfstandig aan de slag
WAT: H4 lezen via Studiewijzerplus --> opdracht 1 


Slide 11 - Tekstslide