ZV1A - WEEK 19 - les 1-2-3

Bonjour :-)
Pak:
- je boek A (vanaf bladzijde 92)
- je etui


Open:
- je schrift of je JdW klapper bij het vak Frans.

Filmpje: herhaal de getallen t/m 100 → kijk goed naar de schrijfwijze.
 


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour :-)
Pak:
- je boek A (vanaf bladzijde 92)
- je etui


Open:
- je schrift of je JdW klapper bij het vak Frans.

Filmpje: herhaal de getallen t/m 100 → kijk goed naar de schrijfwijze.
 


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van deze week
Hoofdstuk 2/ Boek A
1 Hoe leer ik grammatica D (werkwoorden op -er
   extra passé composé -er 
2 Hoe leer ik de vocabulaire?
3 Hoe leer ik de phrases (zinnen) 1-10?








Slide 2 - Tekstslide

Instructie leerdoel 1
Uitleg grammatica D (werkwoorden op -er)









Slide 3 - Tekstslide

vragen leerdoel 1

Slide 4 - Tekstslide

IK
JIJ
HIJ
ZIJ
MEN
WE
WIJ
JULLIE
U
ZIJ m mv
ZIJ v mv
JE/ J'
TU
IL
ELLE
ON
ON
NOUS
VOUS
VOUS
ILS
ELLES
ON

Slide 5 - Sleepvraag

Instructie extra leerdoel 1
Uitleg grammatica D (passé composé werkwoorden op -er)









Slide 6 - Tekstslide

Vragen extra leerdoel 1

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld leerdoel 1
regarder
présent
avoir
passé composé
ik
je
regarde
j'ai
regardé
jij
tu
regardes
tu as
regardé
hij/zij/men
il/elle/on
regarde
il/elle/on a
regardé
wij
nous
regardons
nous avons
regardé
jullie
vous
regardez
vous avez
regardé
zij
ils/elles
regardent
ils/elles ont
regardé

Slide 8 - Tekstslide

Toepassen leerdoel 1
HUISWERK
Lees en maak in je boek A:
* Bladzijde 72/73 - 16a/b/e
* Bladzijde 73/74 - 17a/b/d










Slide 9 - Tekstslide

Toepassen leerdoel 2
Vocabulaire groeperen - bladzijde 92 A/B - boek A
1 le / l'    m
2 la / l'    v                     
3 les        mv
4 werkwoord
5 rest










Slide 10 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.1
Noteer zin 1  in het Nederlands, bij A in je schrift.

A    Meneer, de (menu)kaart alstublieft.
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin - soms met spieken/ zonder te schrijven -
       uit je hoofd.

Ga door naar de volgende zin, als je zin 1 uit je hoofd kent.









Slide 11 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.3
Noteer zin 3 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A    Een cola en een thee alstublieft.
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin - soms met spieken/ zonder te schrijven -
       uit je hoofd.

Ga door naar de volgende zin, als je zin 3 uit je hoofd kent (en herhaal zin 1).














Slide 12 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.4
Noteer zin 4  in het Nederlands, bij A in je schrift.

A    Waar is de wc?
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin - soms met spieken/ zonder te schrijven -
       uit je hoofd.

Als je zin 4 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 en zin 3.














Slide 13 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.5
Noteer zin 5 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A    Dat is daarginds.
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin - soms met spieken/ zonder te schrijven -
       uit je hoofd.

Als je zin 5 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 4.














Slide 14 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.6
Noteer zin 6 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A     Mevrouw, de rekening alstublieft.
B     Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C     Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
        uit je hoofd.

Als je zin 6 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 5.














Slide 15 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.7
Noteer zin 7 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A    Bedankt en tot ziens.
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
       uit je hoofd.

Als je zin 7 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 6.














Slide 16 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.8
Noteer zin 8 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A     Graag gedaan. Tot ziens.
B     Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C     Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
        uit je hoofd.

Als je zin 8 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 7.














Slide 17 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.9
Noteer zin 9 in het Nederlands, bij B in je schrift.

A    Houd jij van kebab?
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
       uit je hoofd.

Als je zin 9 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 8.














Slide 18 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.10
Noteer zin 10 in het Nederlands, bij B in je schrift.

A    Nee, ik heb een hekel aan kebab.
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
       uit je hoofd.

Als je zin 10 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 9.














Slide 19 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.11
Noteer zin 11 in het Nederlands, bij B in je schrift.

A    Ik heb liever pizza.
B    Hier denk je in de Franse zinsconstructie: zonder te schrijven.
C    Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
       uit je hoofd.

Als je zin 11 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 10.














Slide 20 - Tekstslide

Toepassen leerdoel 3
Nu niet meer spieken ;-)

Noteer met potlood -de elf zinnen onder elkaar - bij B en C, in je klapper, 
B
C
Bekijk de lettergrepen op fouten met behulp van je (online) boek.
Gum je fouten weg en verbeter ze met pen.
Leer en herhaal op deze manier de zinnen. 






Slide 21 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.1/3/4
A     Meneer, de (menu)kaart alstublieft.
B      -
C       Monsieur, la carte s'il vous plait.

A       Een cola en een thee alstublieft.
B       -
C       Un coca et un thé, s'il vous plait.

A       Waar is de wc?
B       Waar  zijn    de    wc's?
C       Où       sont  les   toilettes?






Slide 22 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.5/6/7
A     Dat is daarginds.
B     Het   is     daarginds
C     C'      est   là-bas.

A       Mevrouw, de rekening alstublieft.
B       -
C       Madame l'addition s'il vous plait.

A       Bedankt en tot ziens.
B       -
C      Merci et au revoir.






Slide 23 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.8/9/10
A      Graag gedaan. Tot ziens.
B      Van   niets.   Tot ziens (de betekent letterlijk van in het Nederlands).
C      De     rien.      Au revoir

A       Houd jij van kebab?
B       Jij    houdt van    de  kebab?
C       Tu    aimes             le   kebab?

A     Nee, ik heb een hekel aan kebab.
B     Nee, ik    heb een hekel aan    de  kebab.
C     Non, je   déteste                           le   kebab.






Slide 24 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.11
A        Ik heb liever pizza.
B        Ik    heb liever   de    pizza's.
C       Je   préfère        les   pizza's.








Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen van deze week behaald?
- Begrijp je grammatica D en kun je deze toepassen?
   Noteer zo nodig vragen voor de volgende les, voor je docent.

- Ken je vocabulaire A/B helemaal?

- Begrijp en ken je de eerste elf zinnen (phrases) helemaal?
   Vraag hulp aan je docent als dit (nog) niet het geval is.
                                                     Bonne journée :-)


Slide 26 - Tekstslide