In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Executieve vaardigheden Wat zijn dat?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Video
Executieve Vaardigheden
Hiernaast staan punten die gaan over executieve vaardigheden.Je geeft aan in hoeverre jij competent bent. Er verschijnen zo per vaardigheid punten die daarbij horen. Je leest ze door en bepaalt in hoeverre jij vaardig bent. Schrijf voor jezelf op welke punten je wilt verbeteren. We bespreken dit klassikaal.
Planning
Organisatie
Time Management
Werkgeheugen
Metacognitie
Reactie-inhibitie
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taakinitiatie
Flexibiliteit
Doelgericht Doorzettingsvermogen
Slide 4 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
PLANNING
een (leer)taak op tijd starten
een (leer)taak op tijd afronden
een onderwerp kiezen
een opdracht opdelen in deeltaken
een tijdsplanning maken met meerdere taken
huiswerkschema maken
moeilijke taken eerst, makkelijke taken daarna inschatten hoeveel tijd een (leer)taak inneemt
stellen van prioriteiten
langetermijnopdrachten in de tijd kunnen plaatsen
Slide 5 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
ORGANISATIE
schoolspullen zijn op orde
noteren van huiswerk en/of opdrachten niets kwijtraken
aantekeningen zijn op orde
werkomgeving, bureau en schooltafel, is georganiseerd
schooltas/gymtas is geordend
boeken en schoolmaterialen zijn thuis georganiseerd
schoolmaterialen zijn goed onderhouden
opdrachten en werkstukken zijn goed verzorgd
schriften en werkboeken zijn goed verzorgd
Slide 6 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
ORGANISATIE
kan alles vinden (thuis en op school)
ruimt spullen op
laat spullen niet slingeren
opgeruimde en rustige studieplek
geleende materialen teruggeven
ordenen van school en vrijetijdsbesteding
ordenen van taken en planning
Slide 7 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
TIME-MANAGEMENT
inschatten hoeveel tijd je hebt voor een opdracht of taak
tijd adequaat kunnen indelen
niet in tijdnood komen
op tijd beginnen
op tijd komen
op tijd iets doen
tijd in de gaten houden terwijl je studeert of een toets maakt
opdrachten en werkstukken op tijd inleveren
aan deadlines kunnen houden
kunnen werken onder tijdsdruk
geleende materialen op tijd terugbrengen
Slide 8 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
TIME-MANAGEMENT
op tijd iets afkrijgen
geen tijd ‘verspillen’
binnen gestelde tijd een taak of opdracht afronden
aan je tijdsplanning houden
niet uitstellen
Slide 9 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
WERKGEHEUGEN
onthouden van afspraken
onthouden van opdrachten
onthouden van instructies/aanwijzingen
volgorde van instructies kunnen onthouden
procedures kunnen volgen
aanwijzingen kunnen opvolgen
hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden
weten welke materialen je nodig hebt voor een bepaald vak (sport, beeldende vorming, natuurkunde)
tijdens een taak belangrijke informatie kunnen vasthouden bijvoorbeeld tijdens een wiskundige berekening of hoofdrekenen
Slide 10 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
WERKGEHEUGEN
belangrijke informatie tijdelijk kunnen parkeren om later weer te kunnen gebruiken.
aantekeningen maken terwijl je luistert of leest
noteren van huiswerk of opdrachten
niets kwijtraken
niets vergeten
uit je hoofd leren
je iets herinneren om te doen
op tijd inleveren van opdrachten
Slide 11 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
METACOGNITIE
begrijpen van instructies of aanwijzingen
begrijpen van de opdracht
begrijpen van de lesstof
om hulp kunnen vragen
herkennen en erkennen van een probleem of moeilijkheid
probleemoplossend te werk gaan
eigen prestaties kunnen evalueren
werk controleren en corrigeren bij eventuele fouten
een foutenanalyse kunnen maken
nakijken van werkstuk, toets, examen op eventuele fouten
weten hoe je het beste studeert
Slide 12 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
METACOGNITIE
begrijpen van instructies of aanwijzingen
begrijpen van de opdracht
begrijpen van de lesstof
om hulp kunnen vragen
herkennen en erkennen van een probleem of moeilijkheid
probleemoplossend te werk gaan
eigen prestaties kunnen evalueren
werk controleren en corrigeren bij eventuele fouten
een foutenanalyse kunnen maken
nakijken van werkstuk, toets, examen op eventuele fouten
weten hoe je het beste studeert
Slide 13 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
METACOGNITIE
weten wat je moet bestuderen (hoofd- en bijzaken)
effectieve leerstrategieën kunnen toepassen
effectief studeren
een taak of opdracht controleren en evalueren
aanpak veranderen als dat effectiever is
kan een opdracht/taak inschatten op haalbaarheid
inschatten hoe een opdracht of taak is gemaakt
werkaanpak structureren
Slide 14 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
REACTIE-INHIBITIE
nadenken voor je iets doet of zegt
impulsen kunnen onderdrukken (fysiek of verbaal)
kortetermijndoelen opzij kunnen zetten ten gunste van langetermijndoelen
anderen niet onnodig onderbreken
op je beurt kunnen wachten
niet praten als de ander nog aan het woord is
niet afgeleid raken door onbelangrijke zaken
Slide 15 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
REACTIE-INHIBITIE
nadenken voor je iets doet of zegt
impulsen kunnen onderdrukken (fysiek of verbaal)
kortetermijndoelen opzij kunnen zetten ten gunste van langetermijndoelen
anderen niet onnodig onderbreken
op je beurt kunnen wachten
niet praten als de ander nog aan het woord is
niet afgeleid raken door onbelangrijke zaken
Slide 16 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
EMOTIEREGULATIE
emoties onder controle hebben
niet snel boos worden
niet snel van slag zijn
niet snel verdrietig worden
niet snel (faal)angstig zijn
gedrag/emoties tijdig bijsturen
emoties onderdrukken om een doel te behalen
inschatten hoe erg iets is en het gedrag daarop aanpassen
Slide 17 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
VOLGEHOUDEN AANDACHT
doorgaan tot een taak of opdracht af is
lange concentratieboog
iets afmaken zonder afgeleid te worden
niet onnodig pauzeren
niet toegeven aan demotivatie (geen zin meer, moe enzovoort)
opdrachten en taken worden afgemaakt binnen de gestelde tijd
niet opgeven
Slide 18 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
VOLGEHOUDEN AANDACHT
doorgaan tot een taak of opdracht af is
lange concentratieboog
iets afmaken zonder afgeleid te worden
niet onnodig pauzeren
niet toegeven aan demotivatie (geen zin meer, moe enzovoort)
opdrachten en taken worden afgemaakt binnen de gestelde tijd
niet opgeven
Slide 19 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
TAAKINITIATIE
zelfstandig aan een taak (huiswerk of klusje) beginnen
geen uitstelgedrag vertonen
geen hulp nodig bij het starten van een taak
initiatief nemen tot het starten van een opdracht of taak
dingen doen op het moment dat ze gedaan moeten worden
hoeft niet herinnerd of aangemoedigd te worden voor het starten van een taak
leuke dingen uitstellen om aan taak te beginnen
geen moeite met langetermijnopdrachten
Slide 20 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
FLEXIBILITEIT
gedrag makkelijk kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden
plannen of schema’s kunnen herzien
meerdere oplossingsstrategieën kunnen toepassen
niet snel van slag raken bij tegenslag, (onverwachte) veranderingen of nieuwe situaties
oplossingsgericht denken en handelen
geen moeite met open opdrachten
flexibel in het denken over een probleem
tijdsindeling makkelijk kunnen aanpassen
juiste hulpbronnen kunnen zoeken voor de oplossing van een probleem
makkelijk kunnen veranderen van taak
Slide 21 - Tekstslide
Executieve Vaardigheden
DOELGERICHT
DOORZETTINGSVERMOGEN
doorzetten om je doel te bereiken (ook als het een minder leuk doel is)