onvoltooide tijd : er staat alleen een zelfstandig werkwoord in de zin (1 werkwoord, de persoonsvorm, dat vertelt wat er echt gebeurt)
Bijvoorbeeld: Hij liep naar huis. - liep
voltooide tijd : er staat een hulpwerkwoord én een voltooid deelwoord in de zin.
Bijvoorbeeld: Hij is naar huis gelopen. - is gelopen