PED-C les 7

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

De student weet welke manieren er ingezet kunnen worden om zorgen bij een kind te ontdekken. 

De student kan onderbouwen waarom een kind zorg nodig heeft of niet. 

De student kent de theorie van paragraaf 5.2 

Korte herhaling 

vorige les

J. zit sinds 1 maand op de kinderopvang. Hij is een jongen van 2 jaar en 9 maanden.

Ouders hebben hem bewust naar de kinderopvang gebracht voor 2 dagen, omdat hij het enige kind is in het gezin. Zij maken zich zorgen over zijn sociale- emotionele ontwikkeling.

Ze wonen op een boerderij en er zijn weinig tot geen kinderen in de buurt waar hij mee kan spelen.

Vader is werkzaam als boer en moeder is huismoeder. J krijgt wel aandacht van moeder overdag en ziet vader tussen de werkzaamheden door ook. Moeder geeft aan veel met J te knuffelen en boekjes voor te lezen. ‘Daar kan hij zo van genieten’, zegt moeder.

Ze hopen dat de sociaal- emotionele ontwikkeling van J vooruit gaat nu hij 2x per week in een groep met kinderen zit.

Enkele voorbeelden van observatievragen

1. Hoe reageert J dat hij 2 x per week naar de kinderopvang moet?
2. Hoe speelt J. met andere kinderen op de kinderopvang?
3. Hoe gedraagt J zich overdag op de kinderopvang? 
4. Hoe reageert J. wanneer hij met andere kinderen speelt? 
5. Hoe reageert j als andere kinderen met hem spelen?
6. Hoe ontwikkelt j zijn sociaal – emotionele ontwikkeling ? 

Mogelijke observatievragen

Op welke manier maakt J contact met kinderen tijdens het buiten spelen?

Op welke manier maakt J. contact met kinderen in de kring? Enz.

Op welke momenten van de ochtend maakt J. contact met andere kinderen?

Hoe vaak speelt J. met een ander kindje tijdens de ochtend?

Op welke manier verloopt de interactie met andere kinderen tijdens het vrije spel in de middag?

Mogelijke doelstellingen

Ik weet op welke manier J. contact maakt met de kinderen in de kring.

Het is duidelijk op welke momenten van de ochtend J. contact met andere kinderen maakt. 

Ik weet hoe vaak J. met andere kinderen speelt tijdens de ochtend. 

Theorie 5.3

Blz. 192 - 193

Opvallend gedrag bij kinderen

Lees de 8 situaties op blz. 192

1. Kies 4 nummers uit die je gaat bekijken. Bijv. nummer 1-3-5-8
2. Schrijf bij de nummers op of er sprake is van zorg of geen zorg
3. Beargumenteer je antwoord
4. Geef je antwoord weer in de open vraag

Wat zijn jouw bevindingen bij de verschillende nummers?