KD Int les 6 Inburgeren

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel INTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

About last week ...
Opdracht digi leeromgeving   hoofdstukken
1: Filmpje cultuur
2: Wat is cultuur
3: Mentale programmering
4: Beschrijving eigen cultuur




Slide 2 - Tekstslide

- 24,7 %
- Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag.
- Elke cultuur heeft eigen normen en waarden
- Veel culturen hebben religie als basis. Zijn wel 2 verschillende dingen, lopen vaak door elkaar heen
About last week ...
- Percentage NL bevolking met migratie-achtergrond?
- Wat verstaan we onder cultuur?
- Wat hebben normen en waarden met cultuur te maken?
- Wat heeft religie met cultuur te maken?



Slide 3 - Tekstslide

- 24,7 %
- Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag.
- Elke cultuur heeft eigen normen en waarden
- Veel culturen hebben religie als basis. Zijn wel 2 verschillende dingen, lopen vaak door elkaar heen
Inburgeren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zondag met Lubach
Programmamaker Arjen Lubach is in de wereld van de inburgeringsexamens gedoken en heeft het volgende filmpje hierover gemaakt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zondag met Lubach

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inburgeringsexamen
Nu ga je zelf een inburgeringsexamen maken! Op de volgende slide kun je klikken en dan scroll je naar oefenexamens. Klik op 'kennis van de Nederlandse maatschappij'.
Maak een oefenexamen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie onderwerpen waarover vragen worden gesteld in een inburgeringsexamen over kennis van de Nederlandse maatschappij.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was jouw score voor het inburgeringsexamen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inburgeren 

Voor wie?

Waarom?
Boekje blz 12

Slide 11 - Tekstslide

Iedereen van buiten de Europese Unie die voor langere tijd in Nederland wil blijven, moet inburgeren. 
Inburgeren zorgt ervoor dat je mee kunt doen in de Nederlandse samenleving. Daarvoor moet je de taal en de Nederlandse cultuur leren kennen.

Om te bewijzen dat je voldoende kennis hebt van Nederland doe je een inburgeringsexamen. 
Je kunt je hier op voorbereiden met een inburgeringscursus.
Vooroordelen 
Vooroordeel = 
- mening die niet op feiten is gebaseerd
- mening zonder oordeel
- over iemand of groep mensen
Voorbeelden?





Slide 12 - Tekstslide

Een vooroordeel is de mening die je over iemand hebt zonder dat je hem daadwerkelijk kent. Vaak is je mening gebaseerd op kenmerken als het uiterlijk, de naam of het gedrag dat je van iemand ziet.

Om je mening te vormen maak je gebruik van stereotypen. Een overdreven simpel en meestal negatief beeld van een groep mensen: Zie je iemand lopen op klompen dan zal dat wel een boer zijn. Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt zal wel homo zijn.
Stereotypen
Om je mening te vormen maak je gebruik van stereotypen. 
Een overdreven simpel en meestal negatief beeld van een groep mensen 
Voorbeelden?

Slide 13 - Tekstslide

Met stereotypen worden mensen in hokjes geplaatst. Daarmee is de wereld overzichtelijk en voorspelbaar. 
Je kunt mensen en situaties sneller inschatten en daardoor snel reageren.

Voorbeelden:
- Zie je iemand lopen op klompen dan zal dat wel een boer zijn. 
 - Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt zal wel homo zijn.
Experiment
♫  favoriete muziek?
⍱  favoriete drankje?
☻ karakter/eigenschappen?
♥   op welk type valt hij?
✉  beroep?


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie
Vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot discriminatie. Discriminatie is het anders behandelen van mensen op basis van een of enkele kenmerken.

Voorbeelden soorten discriminatie?

Slide 16 - Tekstslide

Op basis van je vooroordelen denk je te weten hoe iemand is en hoe je diegene moet behandelen. 
Bijvoorbeeld wanneer iemand niet aangenomen wordt voor een bepaalde baan omdat hij te oud is, dan valt dit onder leeftijdsdiscriminatie. Maar ook op basis van andere kenmerken kunnen mensen gediscrimineerd worden. Bijvoorbeeld vanwege iemands seksuele geaardheid, iemands geloof of omdat iemand een handicap heeft. Wanneer het gaat om discriminatie op basis van iemands afkomst, noem je dit racisme.
Opdracht 10. Stereotypen en vooroordelen voorkomen

Bespreking in de groep:
Hoe kun je stereotypering en vooroordelen voorkomen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Wat kun je doen tegen vooroordelen?
Iedereen heeft vooroordelen. Jij ook! Vooroordelen zijn handig, omdat je hiermee overzicht houdt. Maar ze hebben ook invloed op hoe we ons gedragen tegenover bepaalde mensen. Dan kan het gevaarlijk worden. Gelukkig kun je er ook iets aan doen. Hieronder staat dit beschreven in drie stappen.
De eerste en belangrijkste stap tegen alledaagse vooroordelen: ze herkennen. Én erkennen dat echt iedereen er last van kan hebben. Iedereen heeft over bepaalde groepen mensen wel uitgesproken oordelen die nooit voor alle leden van die groep opgaan. Als je je daar van bewust bent en blijft, heb je de grootste stap al gezet. 
De tweede stap: probeer erop te letten dat jouw eigen vooroordelen niet je gedrag gaan bepalen. Vooroordelen mogen niet leiden tot het apart zetten van mensen, tot discriminatie. Pas ook op met het verspreiden van je eigen vooroordelen.
En stap drie: reageer! Reageer als in jouw omgeving iemand andere mensen kwetst, hele groepen beledigt of in een hoek probeert te zetten met een vooroordeel. Ga daar tegenin! Reageer in je eigen kennissen- en vriendenkring, reageer op sociale media. 
Hoe doe je dat? Je kunt vragen of het een beetje minder heftig mag. Je kunt met mensen in debat gaan of op een andere manier van je laten horen. Bij kwetsende of beledigende vooroordelen – over jou of anderen – kun je duidelijk laten weten dat je dat niet in orde vindt.

Om goed te reageren op vooroordelen hoef je geen expert te zijn over een onderwerp. Je hoeft niet alle feiten te kennen. Je hebt het meest aan gezond verstand en inlevingsvermogen. En aan humor. Als je in een discussie verzeild raakt, kun je soms met doorvragen verder komen dan met feiten, cijfers en argumenten. Goed doorvragen kan een goeie manier zijn om een eindeloos welles-nietes gesprek te vermijden. En je kunt zo ook laten zien dat sommige uitspraken eigenlijk niet kloppen of niet logisch zijn. Vragen stellen kan ertoe leiden dat de ander zich gaat afvragen of hij of zij eigenlijk wel gelijk heeft. Misschien niet altijd direct. Soms werkt het pas op de wat langere termijn. Zo kun je in een paar kleine stappen er al voor zorgen dat jijzelf of iemand anders minder vooroordelen heeft.
Aan de slag!
Doornemen:
Theoriebronnen:
- De Nederlandse cultuur
- Vooroordelen en stereotypen
Maken:
Opdrachten:
- 5 t/m 10


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies