H5. SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN OP HET GEBIED VAN GEDRAG
5.1. Signaleren en observeren van gedrag
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 4
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Pedagogiek les 4
H5. SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN OP HET GEBIED VAN GEDRAG
5.1. Signaleren en observeren van gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Hoe zou jij naar kinderen willen kijken?
Slide 3 - Woordweb
Programma & leerdoelen
Starter
Herhaling
Opdracht en theorie
Energizer
Theorie en 2 opdrachten
Afronding
Leerdoelen - de student kan aan het einde v/d les:
Uitleggen van de functie is van observeren;
De stappen benoemen en toepassen van methodisch observeren;
Verschillende observatiemethoden benoemen;
Uitleggen wat de functie is van het maken van een sociogram;
Uitleggen wat het verschil is tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis.
Slide 4 - Tekstslide
Deze periode
H5
Signaleren en observeren van gedrag
Gedrag en concentratie
Gedrag en emotie
Gedrag, agressie en pesten
1
2
3
4
5
6
7
2.3
dida
2.4
dida
2.5
dida
5.1
peda
5.2
peda
5.3
peda
- themaweek
5.4
peda
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik
Wissel uit in 2/3-tallen in 1 minuut (kies de 2 lastigste)
Feedback, feed…. – en feed…
Feedback, feed-up, feed forward. (John Hatty)
Halo effect (je luistert altijd goed naar anderen dus zul je de stof ook wel snel onder de knie hebben)
Horn-effect (je luistert vaak slecht in de les, ik beoordeel jou heel kritisch)
timer
1:00
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer is er sprake van een subjectieve beoordeling ?
A
negatieve eigenschappen van leerling tellen mee
B
normering is bekend
C
kwaliteit van student telt mee (halo-effect)
D
aantal te behalen punten staan genoteerd bij vraag
Slide 7 - Quizvraag
Wat is waarnemen?
A
continu proces van informatie tot zich nemen met behulp van zintuigen
B
het kunnen aanvoelen van een vervelende situatie
C
de onbewuste neiging van mensen om prikkels op een bepaalde manier in te delen en te ordenen
D
systeem waarmee gedrag wordt geregistreerd onder een code
Slide 8 - Quizvraag
Wat is signaleren?
A
alles om je heen zien
B
alles wat je ziet aan je voorbij laten gaan
C
opmerken, constateren. opvangen van tekens dat er iets niet klopt
D
Het aanvoelen van de behoeften van een kind en daarin voorzien
Slide 9 - Quizvraag
Wat is observeren?
A
Doelgericht en systematisch waarnemen van gedragingen en uitingen
B
continu proces van informatie tot zich nemen met behulp van de zintuigen
C
beschrijving van hoe je doelgericht en systematisch de gedragingen en uitingen gaat observeren
D
opmerken en constateren. opvangen van tekens dat er iets niet klopt
Slide 10 - Quizvraag
Wat is interpreteren?
A
Betekenis toekennen aan wat je waarneemt
B
Alles wat je ziet opschrijven
C
Een verslag maken van je observatie
D
Alles verkeerd opvatten
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is (objectief) observeren belangrijk in jouw werk als onderwijsassistent?
Noem een voorbeeld
Slide 12 - Open vraag
Observeren
Achter elk gedrag zit een bepaalde intentie en als leerkracht of onderwijsassistent moet je je steeds afvragen wat de beweegredenen zijn voor het vertoonde gedrag.
Wil het kind contact?
Of wil het kind aandacht krijgen voor zijn behoeftes?
Of zit er een andere reden achter?
Een belangrijk advies is om vooral met het kind in gesprek te gaan, want vaak kan een kind heel goed vertellen wat zijn bedoelingen zijn. Observeren is dus niet genoeg!
Slide 13 - Tekstslide
Observeren en signaleren
Heb oog voor non-verbale signalen (lichaamshouding, gezichtsuitdruk, stemgebr.)
Bewust observeren en gedrag onderzoeken. NIVEA
Signaleren > signaal > er valt iets op
Benoem wat je ziet/hoort en stel oordeel uit
Observeren > bewust en doelgericht waarnemen gedrag
Belangrijk: houd rekening met eigen referentiekader: hoe je kijkt naar situaties
Wie heeft zich wel eens vergist in iemand?
Slide 14 - Tekstslide
Ik vergis mij wel eens in het (voor)oordeel naar een kind (of anders) toe
Ja
Heel soms
Nee
Nu je het zegt...
Slide 15 - Poll
Heb jij jezelf wel eens vergist in iemand?
Slide 16 - Open vraag
Opdracht 1 - wisbordje
Lees 'werken in de praktijk' op blz 191
Heb je zoiets wel eens meegemaakt op stage?
Hoe ging dat?
Opdracht
Welke verschillen in gedrag maak jij mee in de klas?
Maak een lijstje voor jezelf binnen 1 minuut.
Klaar? geef elkaar een tip!
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
Pauze/ energizer
Wie was er aan de beurt?
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht 2. Observeren
Lees 'observeren' op blz. 193 en verder.
Deze theorie kun je goed gebruiken voor oefenopdracht 'kind in de kijker' en examen 'inventariseert de behoeften en wensen van het kind’.
Neem een kind van je stageklas in je hoofd en doorloop alle stappen van het methodisch observeren. (tabel 1 op blz. 196). Wanneer kies je voor kwalitatief observeren? Wanneer voor kwantitatief observeren?
Wissel uit en geef elkaar een tip en top
timer
5:00
Slide 19 - Tekstslide
Welke woorden komen er in je op als je denkt aan jouw stagegroep?