Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal Thema 5 Les 2 voegwoord
Taal Thema 5 Les 5
Doel:
Ik kan toepassen wat ik deze week heb geleerd.
themawoorden + voegwoorden + PV
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taal Thema 5 Les 5
Doel:
Ik kan toepassen wat ik deze week heb geleerd.
themawoorden + voegwoorden + PV
Slide 1 - Tekstslide
Thema 5 les 2
voegwoorden
Lesdoel:
Ik kan zinnen samenvoegen met voegwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het voegwoord?
Mijn vriend bleef altijd van mijn tikkels af, want hij heeft een hekel aan harde snoepjes.
A
Vriend
B
tikkels
C
want
D
een
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het voegwoord?
Nu moet ik mijn tikkels verstoppen of hij eet ze allemaal op.
A
hij
B
eet
C
op
D
of
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het voegwoord?
We kijken hoe mensen eruit zien en bepalen dan vaak onbewust hoe ze zijn.
A
Mensen
B
zien
C
en
D
hoe
Slide 5 - Quizvraag
A
terwijl
B
omdat
C
nadat
Slide 6 - Quizvraag
A
voordat
B
omdat
C
totdat
Slide 7 - Quizvraag
Verbind de volgende zinnen met het voegwoord:
Zij hebben de band opgepompt. Zij stappen op de fiets.
voordat
Slide 8 - Open vraag
Taal Thema 5 Les 4
Doel:
Ik weet hoe ik de persoonsvorm schrijf als er
je
of
jij
achter staat.
Weet je het nog?
Slide 9 - Tekstslide
Persoonsvorm
: een werkwoord dat een activiteit uitdrukt.
Zoals: Fietsen, lopen en zwemmen
Onderwerp
: een mens, dier of ding dat de activiteit uitvoert.
Zoals: Ik, wij, Eva en Bas
Ik
fiets
vandaag naar school.
Eva en Bas
lopen
naar school.
Wij
werken
nu thuis en niet op school.
Slide 10 - Tekstslide
Tijdproef
1. In welke tijd staat de zin?
2. Verander de zin naar de
andere tijd.
3. Het woord dat veranderd is
de persoonsvorm!
Slide 11 - Tekstslide
Getalproef
1. Staat de zin in meervoud of enkelvoud?
2. Verander de zin naar de andere vorm.
3. Het woord dat veranderd is de persoonsvorm!
Slide 12 - Tekstslide
Vraagproef
1. Maak de zin vragend
2. Het woord dat vooraan staat is de persoonsvorm
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
Staat je computer elke dag aan?
A
je
B
je computer
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Vandaag kwam je met de fiets naar school.
A
je
B
de fiets
Slide 15 - Quizvraag
Is JE het onderwerp van de zin?
Heb je er nooit bij stil gestaan?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Is JE het onderwerp van de zin?
Hebben je ouders er weleens wat van gezegd?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
En dan nu!
Kahoot Themawoorden les 1 Thema 5
Daarna ga je aan de slag op quizizz.
De codes/gamepins komen eraan!
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Taal Thema 5 herhalen
Februari 2023
- Les met
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal Thema 5 les 4 PV
Januari 2023
- Les met
27 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 5, week 1 Les 2 voegwoorden
Januari 2023
- Les met
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 5, week 1 Les 2 voegwoorden
Januari 2021
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
TA7: 5.2.7
Februari 2023
- Les met
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Onderwerp/ persoonsvorm
Februari 2024
- Les met
17 slides
Les 10 - De samengestelde zin
November 2024
- Les met
51 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Voegwoorden basisschool
Maart 2020
- Les met
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 7