Medicatie groepen Helpende plus

Medicatietoediening les 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Medicatietoediening les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud ochtend
  • Medicatie groepen.
  • Ogen, oren, neus toedieningen.
  • Pleisters. 
  • Skills oefenen.
Lesinhoud middag
  • Hart- en vaatstelsel.
  • Steunkousen.
  • Skills oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving medicatie
Merknaam en Generieke naam/ stofnaam wat is  het verschil?
Neem bijvoorbeeld Voltaren® (diclofenac). De eerste naam is de merknaam die de farmaceutische industrie aan het product geeft, met een hoofdletter en beschermd merkteken ®. De tweede naam (diclofenac) is de generieke naam die niet met een hoofdletter hoeft te beginnen. Deze naam is vaak een aanduiding van de werkzame scheikundige stof in het medicijn.




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie groepen
www.farmacotherapeutischkompas.nl

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicatie groepen kennen jullie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
Risico's
Hoge bloeddruk geeft verhoogde kans op hart- en vaatziekten, nierschade en schade aan ogen.
Hoge bloeddruk
Een bovendruk hoger dan 140 en een onderdruk hoger dan 90 wordt hoge bloeddruk genoemd.
Bij ouderen mag deze iets hoger zijn.
Wat is dat?
De bovendruk (systolische druk) is de druk die gemeten wordt wanneer het hart zich inspant en bloed in de slagaders pompt.
De onderdruk (diastolische druk) is de druk die gemeten wordt als het hart zich ontspant.
Medicatie
  • ACE-Remmers (vermindert vaatvernauwing). Medicatie o.a. captopril, perindopril, enalapril . Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, prikkelhoest, huiduitslag, jeuk.
  • Bètablokkers (vertraagd de hartslag en hartminuutvolume). Medicatie o.a. metoprolol, propranolol, atenolol. Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, vernauwing luchtwegen, koude handen en voeten, lage hartslag.
  • Calciumantagonisten (Zorgt voor vaatverwijding, hartslag vertraagd, verminderen pompkracht hart. Medicatie o.a. amlodipine, nifedipine. Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, hoofdpijn, klachten maag- darmstelsel.
  • Diuretica (plastabletten) Medicatie o.a. hydrochloorthiazide en furosemide. Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, spierkramp, dehydratie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plastabletten
Plasstoornissen
Treedt vaak op bij oudere leeftijd.
Bijvoorbeeld het niet kunnen ophouden van urine, overactieve blaas of verslapte spieren.
Medicatie hiervoor is bijvoorbeeld: Vesicare en oxybutanine
Mannen krijgen vaak last van prostaat die vergroot is en kunnen daardoor ook plasstoornissen krijgen.
Medicatie die gegeven wordt is o.a: Omnic, proscar en avodart.
Tijdstip
Geef plastabletten indien mogelijk in de ochtenduren (tenzij 2x daags).
In de avonduren kan het de nachtrust negatief beïnvloeden doordat mensen in de nacht naar het toilet moeten.
Medicatie
Ook wel diuretica genoemd. Deze tabletten voeren overtollig vocht af o.a. door zoutuitscheiding.
Medicatie o.a: hydrochloorthiazide en furosemide
Bijwerkingen o.a: uitdroging, verminderde nierfunctie, spierkrampen, duizeligheid en droge mond.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartmedicatie
Angina pectoris
Hartkramp
Hierbij krijgt een deel van het hart te weinig zuurstof, bijna altijd door een vernauwing van de kransslagaders.
Signalen: beklemmend gevoel op de borst, uitstraling naar de linker arm, kaken en schouderbladen.
(Let op: bij vrouwen kunnen hele andere signalen optreden).

Medicatie
  • ACE-remmers of bètablokkers (zie voorgaande sheet--> hoge bloeddruk).
  • Calciumantagonisten (zie voorgaande sheet--> hoge bloeddruk)
  • Plastabletten (zie voorgaande sheets).
  • Digoxine: dit zorgt ervoor dat de hartspier krachtiger samentrekt. Medicatie o.a. lanoxin. Bijwerkingen zijn: langzame hartslag, verwardheid, wazig zien.
  • Nitraten: Verwijden bloedvaten. Medicatie o.a. nitroglycerine, isordil. Bijwerkingen o.a. hoofdpijn, duizeligheid, lage bloeddruk.
Decompensatio Cordis
Hartfalen
Het hart pompt het bloed niet meer goed rond door:
Verminderde hartspierfunctie door bijvoorbeeld een hartinfarct of een infectie.
Er is een verminderde pompfunctie van het hart door bijvoorbeeld slechte hartkleppen of ritmestoornissen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol
Hypercholesterolemie
Een te hoog cholesterol: hierdoor kan er aderverkalking optreden, hierdoor bestaat een hoger risico op hart- en vaatziekten.

Medicatie
Statinen: Medicatie o.a. lipitor, zocor, crestor. Inname gebeurt vaak 's avonds in verband met bijwerkingen.
Bijwerkingen o.a: spierpijn, maagdarmklachten en jeuk.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedverdunners
Risico's
Er kunnen overal in het lichaam problemen optreden door een bloedstolsel, waar? dat ligt aan de plek waar het bloedstolsel zich bevind.
Bijvoorbeeld stolsels in kransslagaders geven schade aan de hartspier (hartinfarct).
Andere risico's o.a. longembolie, herseninfarct.
Stolling
Bloed stolt niet zomaar in de bloedvaten. Als daar iets misgaat, bijvoorbeeld te langzaam stroomt, kan dit problemen geven.
Verhoogd risico: bedlegerige clienten, bloedvatvernauwing, operaties en ongelukken.
Medicatie
Acetylsalicylzuur (Ascal): zorgt ervoor dat de bloedplaatjes niet klonteren.
Vitamine K antagonisten: onderdrukt de stollingsneiging. Medicijnen o.a. sintrom/acenocoumarol,  marcoumar/fenprocoumon.
Heparinen: o.a. fragmin, fraxiparine.
P2Y12-remmers: Voorkomen trombusvorming. Medicatie o.a: plavix, clopidogrel, brilique.
Bijwerkingen: Hematomen, bloedingen.
Let op! overleg als je veel blauwe plekken of bloedneus bij de client signaleert.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica
Hoe innemen?
  • Altijd de kuur afmaken!
  • Kan in verschillende vormen beschikbaar zijn.
  • goed verdeeld over 24 uur innemen.
Medicatie
Dit is medicatie die werkzaam is tegen bacterien. 
Medicatie o.a: amoxicilline, penicilline, flucloxacilline. 

Bijwerkingen
Antibiotica kan vervelende bijwerkingen hebben zoals:
Diarree, misselijkheid, uitslag, kortademigheid.
Overleg altijd als je dit opmerkt.
Innemen met eten kan helpen diarree verminderen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico's
Let op bijwerkingen:
- NSAID o.a: maagdarmstoornissen, gastro-intestinale bloedingen.
- Opioiden: Veelvoorkomend = obstipatie!
Verder o.a: ademhalingsdepressies, misselijkheid, verwardheid.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antidepressiva
Medicatie o.a: prozac, seroxat, citalopram.
Bijwerkingen: maag-darmklachten, seksuele disfunctie.
Let op onttrekkingsverschijnselen na plotseling staken. 
Effect is meestal pas na 2-4 weken merkbaar. 

Antipsychotica/ neuroleptica
Tegen wanen en hallucinaties.
Bijvoorbeeld: zyprexa, haldol, seroquel.
Bijwerkingen o.a: slaperigheid, gewichtstoename, agitatie.
Angstdempende middelen
Anxiolytica
Medicatie o.a: alprazolam, lorazepam, bromazepam.
Bijwerkingen o.a: vermoeidheid, verminderde oplettendheid, emotionele afvlakking.
Slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen
Benzodiazepinen:
Medicatie o.a: temazepam, diazepam, oxazepam, zopiclon.
Bijwerkingen o.a: slaperigheid, afvlakking gevoel, verwardheid, droge mond, maag-darm klachten.
Stimulantia
Concentratie bevorderend. 
Medicatie o.a: ritalin, concerta. 
Bijwerkingen o.a: slapeloosheid, hartkloppingen, nervositeit verminderde eetlust, droge mond.
Overige medicatie: Anti epileptica
Medicatie ter voorkoming van insult, bijvoorbeeld: Fenytoine, Gabapentine.
Medicatie ter behandeling van insult: Diazepam rectiole (stesolid) of midazolam neusspray.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie
Poeders/ drankjes: o.a: macrogol, metamucil, lactulose.
Klysma: o.a. colex-klysma, microlax.
Zetpil: bisacodyl
Bijwerkingen o.a: Buikkrampen, misselijkheid, diarree, elektrolystoornissen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk moment van de dag geef je een client plastabletten?
A
In de ochtend
B
Maakt niet uit
C
In de avond
D
Alleen bij klachten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op als iemand bloedverdunners gebruikt?
A
Dat mensen goed blijven bewegen
B
Hoeveel mensen drinken
C
Hoeveel mensen plassen
D
Bloedneus en blauwe plekken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar werkt antibiotica tegen?
A
schimmels
B
bacteriën
C
virussen
D
tegen allemaal

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAUZE

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vilans protocollen 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ogen druppelen / zalf
  • Hygiëne en Houdbaarheidsdatum.
  • Oog schoonmaken van buiten naar binnen.
  • Client achterover buigen hoofd, naar boven kijken of liggende houding.
  • Gootje maken en 0,5-1 cm aanbrengen
  • Client oog sluiten (niet knijpen)
  • 1 minuut traanbuis dicht drukken (bij druppels)
  • Meerdere soorten --> volg voorschrift arts
  • Zalf te dik? Tube verwarmen in handen
  • Na zalf (8 uur geen lenzen)
  • Eerst zalf dan druppels (5 minuten wachten)


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neus druppelen / sprayen
Hygiëne en Houdbaarheidsdatum.
Neus snuiten.
Druppels: 
Hoofd achterover buigen of liggende houding.
Na toedienen hoofd voorover buigen (paar tellen inwerken).
Indien meerdere druppels (3-5 minuten er tussen).
Spray: 
Flesje schudden.
Hoofd voorover buigen.
Andere neusgat dicht, inhaleren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transdermale pleisters
  • Hygiëne.
  • Wissel van plaats.
  • Haartjes wegknippen, niet scheren.
  • Niet op rode, beschadigde, geïrriteerde huid.
  • Handschoenen bij verwijderen.
  • Minimaal 30 seconden aandrukken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oren druppelen
  • Houdbaarheidsdatum.
  • Hygiëne.
  • Zitten of liggen, hoofd opzij gebogen.
  • Oorschelp naar achteren en omhoog.
  • 3 - 10 minuten in houding blijven.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en/of feedback?

Slide 26 - Tekstslide

Wat neem je mee naar de praktijk