Boodschappen

Boodschappen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Boodschappen

Slide 1 - Tekstslide

aan het einde van de les.....
  • weet je hoe je een etiket kunt lezen
  • weet je hoe je de kwaliteit van producten kan beoordelen
  • weet je waar je op kunt letten als je boodschappen gaat doen

Slide 2 - Tekstslide

Boodschappen doen voor een cliënt....waar ga jij op letten? Noem ten miste 3 dingen

Slide 3 - Open vraag

Hier let je op:
Wat zijn de wensen van de cliënt?
Hoeveel geld mag het kosten?
Heeft de cliënt nog voldoende boodschappen in huis?
Heeft de cliënt bepaalde dieetwensen, allergieën of intolerantie? 

Slide 4 - Tekstslide

Boodschappenlijstje:
Hoeveel geld neem je mee?
Heeft de cliënt nog voldoende boodschappen in huis?
Wat zijn de wensen van de cliënt qua merken en smaken?
Heeft de cliënt bepaalde allergieën of intolerantie? 

Slide 5 - Tekstslide

Allergieën en intoleranties
Allergenen zijn stofjes die allergische reacties kunnen geven. Ze komen het lichaam binnen via het eten. 

Allergenen moeten vermeld staan op het product.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn allergenen?
A
Geneesmiddelen tegen allergieën
B
Voedingssupplementen
C
Stoffen die allergische reacties veroorzaken
D
Vitaminen en mineralen

Slide 7 - Quizvraag

Zoek uit
hoeveel calorieën heb jij nodig? Gebruik de link in de volgende slide.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Link

Wat zie je op een etiket?

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet er op een etiket staan? Maak een lijstje. Gebruik de link in de volgende slide.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

THT & TGT
Kijk filmpje link volgende dia. Zet het geluid zacht of gebruik je oortjes.  

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Mag je gehakt met een TGT van 16 nov. 2024 vandaag gebruiken? Leg uit

Slide 15 - Open vraag

Mag je melk met een THT van 16 nov. 2024 vandaag gebruiken? Leg uit.

Slide 16 - Open vraag

Waar moet je op letten als je iets gebruikt wat over de THT datum is? noem er minimaal 2

Slide 17 - Open vraag

Maak en lees de "Laat je niet foppen" quiz uit de volgende dia. Plak een foto van je resultaat in deze vraag. Noem 3 dingen die je het geleerd uit de quiz.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Inhoudsmaten.......

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met inhoudsmaat in (milli)liters of (kilo)grammen?
A
Het uitlekgewicht van het product zonder vocht
B
De hoeveelheid product aangegeven in volume of gewicht
C
Het nettogewicht van het product zonder de verpakking
D
Het brutogewicht van verpakking en product samen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het uitlekgewicht?
A
Het gewicht van het product zonder de verpakking
B
Het totale gewicht van verpakking en product samen
C
Het gewicht van het product zonder vocht
D
Het gewicht van het product met een speciaal e'tje

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het nettogewicht?
A
Het gewicht van het product zonder vocht
B
Het gewicht van het product met een speciaal e'tje
C
Het gewicht van het product zonder de verpakking
D
Het totale gewicht van verpakking en product samen

Slide 23 - Quizvraag

Tip opbergen in de koelkast
  • In de koelkast of koelruimte is de temperatuur meestal tussen de 4 en 5 graden en maximaal 7°C. 
  • Bederfelijke producten (zoals vleeswaren, gesneden groente, gebak, eieren, kaas) moet je altijd gekoeld bewaren. 
  • Dat geldt ook voor producten met op de verpakking 'na opening gekoeld bewaren'.
 

Zorg dat niks lekt of drupt. Daarmee help je onderlinge besmetting voorkomen.
Onder in de koelkast vind je meestal een groentela. Hierin kun je ongesneden groente bewaren, die je niet apart hoeft te verpakken.
Zet geen warme producten in de koelkast, maar laat ze eerst afkoelen. Anders wordt de temperatuur in de koelkast te hoog.
Doe de koelkast meteen weer dicht nadat je er wat hebt uitgehaald.
Zet gekoelde producten na gebruik direct terug in de koelkast.

Slide 24 - Tekstslide

koelkasttips
  • Bewaar de meest bederfelijke spullen op de koudste plek in de koelkast. (bovenin of achterin) 
  • Houd rauwe producten apart van gerechten die al bereid zijn.
  • Bewaar producten altijd afgedekt of in een gesloten bakje.
  • Zorg dat niks lekt of drupt. 
  • Groentela; Hierin kun je ongesneden groente bewaren, die je niet apart hoeft te verpakken.

Slide 25 - Tekstslide

Koelkasttips vervolg
  • Zet geen warme producten in de koelkast, maar laat ze eerst afkoelen. 
  • Doe de koelkast meteen weer dicht nadat je er wat hebt uitgehaald.
  • Zet gekoelde producten na gebruik direct terug in de koelkast.

Slide 26 - Tekstslide

Welke temperatuur moet het in je koelkast zijn?

Slide 27 - Open vraag

Kiezen.....
Gebruik de link in de volgende dia. beantwoord de vraag:
Wat kun je beter eten....boterham met
 100% pindakaas of chocopasta? Zet je antwoord in dia 30.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Wat kun je beter eten....boterham met
100% pindakaas of chocopasta.
Leg je antwoord uit.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Vergelijk de samenstelling chocopasta en pindakaas...sta je nog steeds achter je eerder gegeven antwoord? leg uit.

Slide 32 - Open vraag

Waar kun je op letten als je gezonder wilt eten? Geef tenminste 4 tips.

Slide 33 - Open vraag

Waar let je op bij het doen van boodschappen

Controleer of de groente en het vlees vers zijn en niet over de houdbaarheidsdatum.
Kijk of de verpakking heel is.
Houd in de gaten of je binnen het afgesproken budget blijft.
Zorg dat het grootste deel van wat je koopt gezond is.
Leg zware producten onder in de boodschappenkar.
Leg koelkast- en diepvriesproducten op het laatst in de boodschappenkar.
Ga na het boodschappen doen direct terug naar huis en berg de spullen meteen op.
Neem een eigen boodschappentas mee.

Slide 34 - Tekstslide

Bijna klaar....
Geef antwoord op de vraag in de volgende dia. Maak een foto van de dia en upload in teams.

Slide 35 - Tekstslide

De les was leerzaam en nuttig.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll