3t voortplanting vrouw 18-09

Basisstof 2 en 3 Voortplanting
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Basisstof 2 en 3 Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de inwendige onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel benoemen + functie
  • Je weet hoe ovulatie/eisprong in zijn werk gaat
  • Je kunt de uitwendige onderdelen van het vrouwelijk voorplantingsstelsel benoemen
  • Je weet wat het maagdenvlies is 
  • Je kunt de meiose uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 4 - Tekstslide

Een man en een vrouw hebben geslachtsgemeenschap. Ze gebruiken geen voorbehoedmiddelen.
in de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw getekend.

In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?

A
in deel 1
B
in deel 2
C
in deel 3
D
in deel 4

Slide 5 - Quizvraag

voortplantingsstelsel vrouw
Eisprong/ovulatie: gemiddeld 1 keer in de 4 weken komt een eicel vrij uit de eierstok (blijft onbevrucht 12 tot 24 uur leven)


Slide 6 - Tekstslide

voortplantingsstelsel vrouw

Slide 7 - Tekstslide

follikel

  • Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
  • Follikels kunnen rijpen in de puberteit
  • De eicel zit in de follikel

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je een lege follikel?
A
lege follikel
B
geel lichaam
C
Eicel

Slide 9 - Quizvraag

rijpende follikel

Slide 10 - Tekstslide

Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel 

Slide 11 - Sleepvraag

Het blaasje waarin de eicel rijpt heet...
A
Folikkel
B
Follicel
C
Follikel
D
Folikel

Slide 12 - Quizvraag

Zit er een eicel in een follikel?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

De opgezogen zaadcellen worden in een laboratorium gebruikt voor de bevruchting van eicellen. Dit wordt reageerbuisbevruchting of IVF genoemd. Uit bevruchte eicellen ontstaan embryo’s waarvan er één of twee in het voortplantingsstelsel van de vrouw gebracht worden.
Hoe heet het deel van het voortplantingsstelsel waar embryo’s dan ingebracht worden?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 14 - Quizvraag

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Inge zegt: "Doordat het follikel veel vocht opneemt, komt na het open barsten van het follikel de eicel vrij."
Heeft Inge gelijk?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
clitoris
B
vagina
C
kleine schaamlippen
D
grote schaamlippen

Slide 17 - Quizvraag


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 18 - Quizvraag

geslachtelijke voortplanting

Slide 19 - Tekstslide

gewone celdeling

Slide 20 - Tekstslide

Reductiedeling (meiose)

Slide 21 - Tekstslide

reductiedeling
meiose
aanmaak geslachtscellen
de helft van het aantal chromosomen

Slide 22 - Tekstslide

Meiose ( reductiedeling)

Slide 23 - Tekstslide

Basisstof 3. DE REDUCTIEDELING (MEIOSE)

Alleen bij het produceren van geslachtscellen: Zaad- en eicellen hebben 23 chromosomen. 


Reductie = vermindering. geslachtscellen bevatten 1 chromosoom per chromosomenpaar.


Samen vormen zaadcel en eicel een cel met 46 chromosomen.

Slide 24 - Tekstslide

(Huis)werk
opdrachten paragraaf/basisstof 1, 2 en 3 maandag af!

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video