Hoeveel energie een apparaat per seconde verbruikt om te kunnen werken.
Slide 4 - Tekstslide
300 joule
1 minuut
Wat is dan het vermogen?
(lamp verbruikt zoveel energie in de tijd dat hij aan staat)
(lamp staat zolang aan)
Slide 5 - Tekstslide
P = vermogen in Watt (W)
E = energie in joule (j)
t = tijd in seconden (s)
P=tE
Hoeveel energie een apparaat per seconden verbruikt
=
verbruikte energie / tijd
Slide 6 - Tekstslide
Je sluit een apparaat altijd aan op een spanningsbron. Als de spanning hoger is, is het vermogen ook hoger.
P=U⋅I
Slide 7 - Tekstslide
Jantje heeft een spanningsbron met een spanning van 10 V. De stroomsterkte is 3 A. Hij sluit een apparaat voor 1 minuut aan op de spanningsbron. Hoeveel energie heeft het apparaat in die tijd verbruikt?
timer
5:00
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld-som
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
maak stencil 2
Opdracht 1 t/m 12, we kijken samen na!
Slide 11 - Tekstslide
Maak stencil 2!
Dit is ook het huiswerk voor volgende week.
Voeg jezelf toe aan de classroom, kijk in je mail!