Engelse werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom: denk aan de afspraken!

1. Jas op de kapstok

2. Petten af

3. Telefoon in de telefoontas

4. Kauwgom uit

5. Pak je spullen alvast

6. Tas van tafel

Wat gaan we vandaag doen?

1. Gedicht + krant lezen (15 minuten)
2. Plenda (5 minuten)
3. Uitleg Engelse werkwoorden (10 minuten)
4. Zelf aan de slag (rest van de les)

Krant lezen

• Je krijgt een bladzijde uit de krant en daarvan lees je één artikel (met krantenkop, dus geen weerbericht, strip of reclame).
• Je krijgt vijf minuten de tijd om het artikel te lezen, daarna vertellen drie leerlingen wat ze hebben gelezen.
• Kom je moeilijke woorden tegen? Schrijf ze op, dan bespreken we die ook na het lezen. 

2H - Wie vertelt over het artikel?

Welke Engelse werkwoorden gebruik je zelf regelmatig?

Engelse werkwoorden 

Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden. Als de uitspraak niet meer klopt, moet je de ik-vorm soms aanpassen.

Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden

infinitief	ik-vorm	tt	vt	vd
werken	werk	ik werk jij werk t	ik werk te jij werk te	ik heb gewerkt
mailen	mail	ik mail jij mail t	ik mail de jij mail de	ik heb gemaild
daten	date	ik date jij date t	ik date te jij date te	ik heb gedatet

spelling engelse werkwoorden

Hoe spel je Engelse werkwoorden?

1. Volgens de Nederlandse spellingsregels
2. Volgens de Engelse spellingsregels
3. Volgens aparte spellingsregels
4. Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).

1. gesmasht
2. gesmashed
3. gesmashet
4. gesmashd

(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)

1. gebasketballd
2. gebasketbald

(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)

1. timde
2. timdde
3. timete
4. timede

Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)

1. deletet
2. delet

Engelse werkwoorden

Hij (lunchen-vt)

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

Engelse werkwoorden

Hij ...(racen - vt).

1. Hij racte.
2. Hij racette.
3. Hij racde.
4. Hij racete.

(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)

1. gevolleybald
2. gevolleyballd

Zelf aan de slag, succes!

Maak: opdracht 1 t/m 5 op pagina 260 en 261 van je boek. Let op: je schrijft het hele woord op, niet alleen de letters die je in moet vullen.

Tijd: tot het einde van de les. De eerste tien minuten werken we in stilte.

Hulp: steek je vinger op en dan kom ik je helpen.