De
futur proche in het Nederlands:
de nabije toekomst, is een werkwoordtijd. Het drukt iets uit dat zo dadelijk of straks gaat gebeuren.
In de nabije toekomst gebruiken we het werkwoord gaan + hele werkwoord. Bijvoorbeeld: ik ga zo opruimen
In het Frans is dat precies hetzelfde: aller + infinitif.
Bijvoorbeeld: Je vais ranger ma chambre