In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les:
Kun jij de taken van het zenuwstelsel beschrijven
Kun jij de werking van het zenuwstelsel beschrijven
Kun jij de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Hersenen
86 miljard zenuwcellen
iedere zenuwcel kan met ongeveer 5.000 andere zenuwcellen verbinding maken
wegen 1 - 1,5 kg
Slide 4 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
Hersenen, hersenstam, ruggenmerg
Perifere Zenuwstelsel
Beweging,tast, balans, kijken en horen
Autonome Zenuwstelsel
Sympatisch ACTIE
Parasympatisch RUST
Slide 5 - Tekstslide
Taken zenuwstelsel
De taken van het zenuwstelsel zijn erop gericht om in te spelen op gebeurtenissen om je heen en in je lichaam:
reguleren activiteiten van weefsels en organen;
coördineren activiteiten van weefsels en organen;
reguleren en coördineren van de vegetatieve functies (bloedsomloop, spijsvertering, uitscheiding, ademhaling en de huidfuncties);
coördineren van contacten met de buitenwereld (zintuigen);
coördinatie van de psychische functies (bewustzijn en zelfbewustzijn, leren en herinneren, stemmingen en emoties, denken, dromen en fantaseren, driften en beheersing, talent, karakter en creativiteit)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Hersenen
(anatomische indeling)
Grote hersenen
verantwoordelijke voor alle bewuste bewegingen
Kleine hersenen
zorgen voor coordinatie van allerlei gelijktijdige werking van spieren en organen
Slide 8 - Tekstslide
Hersenstam
Ruggenmerg
Hersenstam
zorgt voor veel processen, zoals bloeddruk, temperatuur, ademhaling
Ruggenmerg
schakels tussen hersenen en spieren/organen
Slide 9 - Tekstslide
Ruggenmerg
-Hoofd en hals direct met hersenen verbonden
-Romp en ledematen zijn met ruggenmerg verbonden
-Impulsen gaan via ruggenmerg naar de hersenen
Slide 10 - Tekstslide
Waarnemen
Met behulp van je zintuigen informatie verzamelen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat nemen we waar?
We nemen prikkels waar.
Externe prikkels: Veranderingen in je omgeving (buiten je lichaam)
Interne prikkels: Veranderingen in je lichaam
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een impuls?
Je hersenen moeten de informatie van buiten (of binnen) het lichaam wel begrijpen. Daarom zetten je zintuigen de informatie om in een elektrisch signaal:
Een impuls
Slide 13 - Tekstslide
Zenuwstelsel, input / output
Sensorische input:
Het opvangen van prikkels door sensoren uit de buitenwereld of het lichaam, via de zenuwen gaan deze naar het centrale zenuwstelsel
Motorische output:
Het aansturen van de effectoren (spieren en klieren) door het zenuwstelsel
Slide 14 - Tekstslide
Het zenuwstelsel bestaat uit
A
centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel en autonome zenuwstelsel
B
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
C
centraal zenuwstelsel en autonome zenuwstelsel
D
perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel
Slide 16 - Quizvraag
Een ........ is een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving
Een bepaalde invloed uit de omgeving noemen we een ........
Zintuigcellen zetten prikkels om in ......
Zintuig
prikkel
impulsen
Slide 17 - Sleepvraag
Ontwerp een spel!
Bedenk een klein spel in subgroepen over de lesstof van module 11, hoofdstuk 1 (taken, werking, anatomische/fysiologische indeling en de zenuwcellen)
Bijvoorbeeld: kruiswoordpuzzel, memorie, welk orgaan hoort bij welk cijfer, etc.
Maak het spel zo nodig thuis verder af voor woensdag 13 maart
13 maart spelen we elkaars spel om de theorie te herhalen/oefenen