Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
1. De kinderen waren verdwaald. --> de ... kinderen
2. De weg is verbreed. --> de ... weg
3. De winkel is gesloten --> de ... winkel
4. Het uur is verzet. --> het ... uur
5. Ik heb mijn arm gebroken. --> de ... arm