4.5 verder
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
In welke zin wordt het werkwoord als zelfstandig naamwoord gebruikt?
A
De mannen acteren elke dag
B
Acteren is moeilijk.
C
Ze acteren goed.
D
-
Slide 7 - Quizvraag
In welke zin wordt het werkwoord als zelfstandig naamwoord gebruikt?
A
B
C
D
-
Slide 8 - Quizvraag
Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord.
Mijn vader snurkt erg hard. Zijn.............is overal te horen.
Mijn vader snurkt erg hard. Zijn.............is overal te horen.
Slide 9 - Open vraag
Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord.
Hij moest hard praten. Door het hard...........heeft hij nu keelpijn.
Hij moest hard praten. Door het hard...........heeft hij nu keelpijn.
Slide 10 - Open vraag
Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord.
We hebben gisteren geverfd. Het..................is goed gelukt!
We hebben gisteren geverfd. Het..................is goed gelukt!
