Quiz Basiszorg 1

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent ADL
A
Algemene Dagelijkse Levensbehoeften
B
Algemene Dagelijkse Levenverrichtingen
C
Algemene Dagelijkse Levensbeschouwingen
D
Algemene Dagelijkse Levensdoeleinden

Slide 2 - Quizvraag

Op welke hygiënische aandachtspunten let je als je een bed opmaakt?

Meerdere antwoorden mogelijk
A
Je wast altijd je handen
B
belast de zorgvrager zo min mogelijk.
C
Je brengt de onderlaag strak en soepel aan.
D
Je zorgt dat de lakens en dekens de grond niet raken.

Slide 3 - Quizvraag

Het dode milieu omvat alle materiële voorzieningen en het klimaat voor de zorgvrager. Wat de optimale condities hiervan zijn, verschilt per zorgvrager.

Bij welk onderdeel van het dode milieu zijn de individuele verschillen tussen zorgvragers het kleinst?

A
de locatie van de zorgorganisatie
B
de temperatuur in de kamer
C
de mate van ventilatie in de kamer
D
de vochtigheidsgraad in de kamer

Slide 4 - Quizvraag

Bonnie (3 jaar) heeft hoofdluis.
Meneer El Kaoussi heeft zwemmerseczeem. 
Meneer Van Kempen heeft griep.
Mevrouw Budding heeft een etterende decubituswond.


 parasiet

schimmel


virus


bacteriën

Slide 5 - Sleepvraag

Door persoonlijke hygiënemaatregelen kun je besmetting van een andere zorgvrager voorkomen.
Wat is de belangrijkste maatregel om kruisbesmetting te voorkomen?
A
Schone werkkleding
B
Korte mouwen
C
Handhygiëne
D
Mondkapje dragen

Slide 6 - Quizvraag

Tijdens het griepseizoen is het belangrijk om goed te ventileren. Goede ventilatie verkleint de kans om besmet te raken met het virus.

Op welk onderdeel van de besmettingscyclus van het griepvirus heeft ventileren vooral invloed?

A
besmettingsweg
B
besmettingsbron
C
ingang van het virus
D
uitgang van het virus

Slide 7 - Quizvraag

Je gaat bij meneer Van Verseveld een gele wond verzorgen. Je draagt daarbij handschoenen.

Is het in deze situatie nodig om je handen te desinfecteren?

A
Ja, je moet je handen desinfecteren voor het aantrekken van de handschoenen.
B
Ja, je moet je handen desinfecteren na het uittrekken van de handschoenen.
C
Ja, je moet je handen desinfecteren voor het aantrekken en na het uittrekken van de handschoenen.
D
Nee, als je handschoenen draagt, heeft handhygiëne geen toegevoegde waarde meer.

Slide 8 - Quizvraag

Anneloes heeft leukemie (bloedkanker). Omdat ze binnenkort een stamceltransplantatie krijgt, heeft ze nu vrijwel geen weerstand. Als ze op dit moment een infectie oploopt, zal deze zeer ernstig verlopen.
A
Ze hoeft niet in isolatie verpleegd te worden.
B
Ze moet verpleegd worden in bronisolatie.
C
Ze moet verpleegd worden in beschermende isolatie.
D
Ze moet verpleegd worden in beide vormen van isolatie.

Slide 9 - Quizvraag

Werken met een gebogen rug vormt een grote belasting. Vaak voorover buigen of langdurig werken in voorovergebogen houding leidt tot rugklachten. Er zijn adviezen over hoe lang je per keer in een gebogen houding mag werken en hoe lang je dit maximaal per dag mag doen.

Hoelang mag je maximaal per dag in een statisch belastende houding (zoals met een gebogen rug) werken?

A
4 minuten
B
20 minuten
C
2,5 uur
D
4 uur

Slide 10 - Quizvraag

Bij het verlenen van basiszorg produceer je veel afval. Het is belangrijk dit afval goed te scheiden.

Bij welke afvalstroom hoort een lege ampul?

A
restafval
B
specifiek organisatieafval
C
klein chemisch afval
D
glas

Slide 11 - Quizvraag

Bij zorgvragers die onvoldoende lichaamsbeweging hebben, ben je alert op decubitus. Je probeert decubitus zoveel mogelijk te voorkomen. Je neemt daarom verschillende maatregelen. Een van die maatregelen is het optimaliseren van de lichaamshouding om de druk op bedreigde plaatsen te verminderen.

Welke maatregel kun je nemen bij een zorgvrager die weinig lichaamsbeweging heeft en veel in rugligging ligt?

A
Je legt het bed zo plat mogelijk.
B
Je zet het bed alleen hoger bij het hoofd.
C
Je zet het bed alleen hoger bij de benen.
D
Je zet het bed hoger bij het hoofd en bij de benen.

Slide 12 - Quizvraag

Mevrouw Van Delft is 34 weken zwanger van een tweeling en moet bedrust houden. Ze heeft last van bekkeninstabiliteit en kan zichzelf daardoor niet goed verplaatsen in bed. Omdat regelmatig verplaatsen voor haar belangrijk en wenselijk is, gebruik je een hulpmiddel om haar te ondersteunen bij deze verplaatsingen.

Welk hulpmiddel is het meest geschikt om te gebruiken bij mevrouw Van Delft?

A
glijlaken
B
Glijplank
C
glijzeil
D
steeklaken

Slide 13 - Quizvraag