1. Denken: ( in stilte): Kies of bedenk 3 waarden die jij belangrijk vindt.
2. Kringen: We maken een buiten- en binnenkring
3. Delen: Vertel een waarde die je belangrijk vindt! De ander stelt er vragen over (waarom, noem een voorbeeld etc).
Wees origineel!
4. Wisselen: Steeds als de docent het aangeeft wissel je van gesprekspartner